*Toets formuleren H2 en 4

Toets formuleren H2 en 4
- Verwijzen naar de- en het-woorden
- Verwijswoorden 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare school

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Toets formuleren H2 en 4
- Verwijzen naar de- en het-woorden
- Verwijswoorden 

Slide 1 - Slide

juist of onjuist:

Bij vrouwelijke woorden gebruik je het lidwoord de.
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz

juist of onjuist:

Bij mannelijke woorden gebruik je het lidwoord het.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

juist of onjuist:

Bij vrouwelijke woorden gebruik je de verwijswoorden deze en die.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

juist of onjuist:

Bij onzijdige woorden gebruik je de verwijswoorden dit en dat.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in: de of het

Ik hoop maar dat … akkefietje goed voor je afloopt.
A
de
B
het

Slide 6 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in: de of het

Heeft … boycot van Zuid-Afrikaanse sinaasappels de boeren veel geld gekost?
A
de
B
het

Slide 7 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in: de of het

In de krant stond … toedracht van de overval uitgebreid beschreven.
A
de
B
het

Slide 8 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in: de of het

Morgen gaan we een bezoek brengen aan … Tropeninstituut.
A
de
B
het

Slide 9 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in: de of het

Wanneer wordt … loting voor het volgende EK verricht?
A
de
B
het

Slide 10 - Quiz

Vul het juiste woord in: deze, die, dit of dat.

Helaas is het voorstel … we hebben gedaan, door de onderhandelaars afgewezen.
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 11 - Quiz

Vul het juiste woord in: deze, die, dit of dat.

Israël en de Palestijnen ruziën al jaren om het bezit van Jeruzalem en … kwestie is niet eenvoudig op te lossen.
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 12 - Quiz

Vul het juiste woord in: deze, die, dit of dat.

Je merkte aan het radiocommentaar … de verslaggever gaf, dat Twente slecht speelde.
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 13 - Quiz

Vul het juiste woord in: deze, die, dit of dat.

Onze fokstier gaat morgen naar een keuring en we hopen dat … positief uitvalt.
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 14 - Quiz

Vul het juiste woord in: deze, die, dit of dat.

Sommigen zien kansen voor dit kabinet, maar ik verwacht dat … regering snel valt.
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 15 - Quiz

Vul het juiste woord in: deze, die, dit of dat.

Veel mensen lezen het liefst een dagblad … ook een beetje roddelnieuws brengt.
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 16 - Quiz

Vul het juiste woord in: deze, die, dit of dat.

Deze volleybal ziet er misschien leuker uit, maar … daar is van betere kwaliteit.
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 17 - Quiz

Vul het juiste woord in: deze, die, dit of dat.

Jordy vertoont al enkele weken vervelend pestgedrag, … wat zijn klasgenoten betreft snel afgelopen moet zijn.
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 18 - Quiz

Vul het juiste woord in: deze, die, dit of dat.

Dat huis staat al maanden te koop, maar … hier was binnen een week verkocht.
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 19 - Quiz

juist of onjuist:

Naar mannelijke zelfstandige naamwoorden kun je verwijzen met hij, hem, zijn, dit en dat.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

juist of onjuist:

Naar vrouwelijke zelfstandige naamwoorden kun je verwijzen met zij, haar, deze en die.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

juist of onjuist:

Naar onzijdige zelfstandige naamwoorden kun je verwijzen met het, haar, dit en dat.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

juist of onjuist:

Naar meervoudige zelfstandige naamwoorden kun je verwijzen met ze, hen, hun, deze en die.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Vul op de puntjes het juiste verwijswoord in. Kies uit: hij, hem, zij, ze, haar, het, hen, hun.

Jort heeft op Marktplaats een bod gedaan op een mooie roeiboot, maar … bleek niet hoog genoeg om deze in zijn bezit te krijgen.

Slide 24 - Open question

Vul op de puntjes het juiste verwijswoord in. Kies uit: hij, hem, zij, ze, haar, het, hen, hun.

Ik had vanmiddag een lang en indringend gesprek met mijn vrouw Inge. Ikzelf wilde … na het diner graag voortzetten, maar … had geen zin meer om te praten.

Slide 25 - Open question

Vul op de puntjes het juiste verwijswoord in. Kies uit: hij, hem, zij, ze, haar, het, hen, hun.

Toen … het hok van de leeuwin binnenstapte, gaf de leeuwentemmer … meteen een stuk vlees.

Slide 26 - Open question

Vul op de puntjes het juiste verwijswoord in. Kies uit: hij, hem, zij, ze, haar, het, hen, hun.

Aan … die zouden sterven in de strijd om de heilige stad, beloofde de middeleeuwse paus volledige vergeving van … zonden.

Slide 27 - Open question

Vul op de puntjes het juiste verwijswoord in. Kies uit: hij, hem, het, zijn, zij, ze, haar, hen, hun.

Dit volk wil … eigen leiders kiezen, want … vertrouwt de door de president benoemde ministers niet meer.

Slide 28 - Open question

Vul op de puntjes het juiste verwijswoord in. Kies uit: hij, hem, het, zijn, zij, ze, haar, hen, hun.

Ronald leest die roddelbladen niet, want … vindt dat … vaak alleen maar onzin schrijven.

Slide 29 - Open question

Vul op de puntjes het juiste verwijswoord in. Kies uit: hij, hem, het, zijn, zij, ze, haar, hen, hun.

Het leger heeft toegezegd dat … de demonstranten met rust laat en … niet met geweld verjaagt.

Slide 30 - Open question

Vul op de puntjes het juiste verwijswoord in. Kies uit: hij, hem, het, zijn, zij, ze, haar, hen, hun.

De koningin zwaaide vriendelijk naar … onderdanen en … sprak ook met een paar kinderen.

Slide 31 - Open question