Week 36 Huiswerk en spanning

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom bij 

Na deze les....

• Heb je het huiswerk nagekeken. 
• Heb je feedback gegeven en gekregen op je herschreven verhaal. 
• Heb je kennisgemaakt met nieuwe begrippen bij het onderdeel spanning.
• Heb je een boek gekozen voor periode 1 en 2 om zelfstandig te lezen. 

Fictie lezen 4 havo

• 4 boeken in het hele jaar
• Periode 1 en 2 = 2 boeken
• Toets in periode 2 = literaire recensie over boek 1 en 2.
• Gezamenlijk 1 boek, zelfstandig 1 boek

Waar kan ik uit kiezen?

• Lezen voor de lijst (jeugdbibliotheek.nl)
• 15-18 jaar - vanaf niveau 3, (eventueel niveau 2)
• Niet 'Een schiterrend gebrek', die gaan we klassikaal lezen. 

Zoek een boek uit de boekenlijst (jeugdbibliotheek.nl) die je zelfstandig wil gaan lezen de komende tijd.
Geef de titel, de auteur en leesniveau van het boek. Schrijf ook waarom dit boek je leuk lijkt.

Huiswerk- en materiaalcontrole

• Werkboek verhalen analyseren en beoordelen
• Aantekeningenschrift NE
• Opgeladen Chromebook
• Huiswerk, opdrachten pag. 4 t/m 13

Huiswerk nakijken

• Pag. 7 zelfstandig (3 min.)
• Pag. 10 klassikaal
• Pag. 13 peerfeedback

Huiswerk pag. 7

1. Karakter (want je leert hem kennen door karaktertrekken)
2. Hij heeft zijn vrouw vermoord.
3. Ik-vertelsituatie
4. Gedachtes van ik-personage over zichzelf, direct een spannende / zielige situatie genoemd "Mijn vrouw is dood en al begraven."

Peerfeedback verhaal

• Tweetallen gevormd door Magister.
• Lees elkaars verhaal.
• Beoordeel het verhaal op basis van een aantal criteria. 
• Geef twee tops en twee tips aan degene van wie je het verhaal leest. 
• 10 min. lezen, beoordelen en feedback geven. 

BEOORDELING bij 'perspectieven

• Staat de tekst in een ander perspectief dan het origineel?
• Klopt het perspectief bij de tekst? (bijv. 'onbestemde kleur'    -> ik-persoon weet zelf wel welke kleur het is)
• Kloppen de emoties en beschrijvingen? (bijv. ik-persoon weet wat hij/zij doet, maar niet wat een ander bedoelt -> ziet alleen wat er gebeurt)
• Kloppen de verhaalelementen? (bijv. dat de vrouw verrast was en dat de man 2 keer klopte)
  
• Geef 2 tips en 2 tops bij de beoordeling. 
• 10 min. lezen, beoordelen en feedback geven. 

Hoe zorgt een schrijver voor spanning?

• Open plekken, niet alles direct vertellen
• Spanningsbogen, tijd tussen het begin en einde van de spanning.
• Spanning gericht op het verleden, wat is er al gebeurd?
• Spanning gericht op de toekomst, hoe zal het aflopen, er dreigt iets.
• Uitstel en vertraging, niet direct antwoord geven op vragen
• Cliffhanger, verhaal op een spannend moment afbreken
• Dwaalsporen, wekken van verkeerde vermoedens voor verrassingseffect

Wat zijn dwaalsporen in een verhaal?

1. Belangrijke hints die de oplossing verraden.
2. Valse aanwijzingen die de lezer op het verkeerde spoor zetten.
3. Sporen om de lezer langer in spanning te houden over de ontknoping.
4. Sporen die open plekken eerder in het verhaal invullen.

Wat is een open plek in een verhaal?

1. Een volledig uitgewerkte plotlijn in het verhaal.
2. Een vraag die onbeantwoord blijft.
3. Een ruimte waar het verschil zich afspeelt.
4. Een onopgelost element dat nieuwsgierigheid opwekt.

Open plekken

1. Wat zijn de open plekken in het verhaal op pag. 16?
   
2. Worden de open plekken ingevuld?
   
3. Waarom zijn de open plekken belangrijk?

Zelfstandig werken

• Werkboek verhalen analyseren en beoordelen
• Huiswerk = lees de theorie, verhalen en maak bijbehorende opdrachten op pag. 14 t/m 24

Bonne journée et amusez vous a Lille