10.2 Stroomkringen #1 bloedsomloop

10.2 Stroomkringen
Les 1: de bloedsomloop
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

10.2 Stroomkringen
Les 1: de bloedsomloop

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vertel iets leuks dat je hebt gedaan in de vakantie

Slide 2 - Open question

This item has no instructions


Wat weet je nog?

Slide 3 - Slide

Er volgen nu twee vragen om de voorkennis van de leerling te testen.
Hoe heet de kleinste bouwsteen van een organisme?
A
orgaanstelsel
B
orgaan
C
weefsel
D
cel

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je een deel van je lichaam met een bepaalde taak?
A
Cel
B
orgaanstelsel
C
weefsel
D
Orgaan

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Welk orgaanstelsel zorgt voor het vervoer van stoffen in jouw lichaam?
A
Spierstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Ademhalingsstelsel

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kent de drie soorten bloedvaten en weet waar je ze aan kan herkennen
  • Je kan benoemen wat de kleine en grote bloedsomloop is. 
  • Je kent bouw van het hart
  • Je kan de werking van het hart uitleggen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

3 soorten bloedvaten
Slagader
  • Vervoert bloed van het hart naar de organen
  • Liggen diep in ons lichaam
  • Dikke gespierde wand
  • Bloed stroomt snel
  • Hoge bloeddruk
  • Zuurstof rijk, behalve de longslagader

De aorta is de grootste slagader in ons lichaam.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

3 soorten bloedvaten
Haarvaten
  • Haarvaten zitten tussen de slagaders en aders in.
  • Hier vindt kunne stoffen zoals zuurstof en voedingstoffen uit het bloed en in de cellen en andersom. 
  • Haarvaten hebben een enorm dunne wand van 1 cel laag
    dik.
  • De rode bloedcellen passen er net door.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

3 soorten bloedvaten
Ader
  • Voeren bloed naar hart toe
  • Bloeddruk lager dan in slagader en haarvat
  • Wand bevat minder glad spierweefsel
  • Kleppen in aders om te voorkómen dat bloed terugstroomt
  • Zuurstof arm, behalve de longader

De holle aders zijn de grootste haarvaten 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Bloedvaten
Bloedvaten hebben bijna altijd de naam van het orgaan waar ze naar toe en vanaf gaan. 

Behalve: Poortader --> gaat van darmen naar lever. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Dubbele bloedsomloop

Kleine bloedsomloop: 
hart - longen - hart

Grote bloedsomloop:
hart - longen - hart - organen - hart

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Kleine bloedsomloop
  • rechterkamer
  • longslagader
  • longhaarvaten
  • longader
  • linkerboezem

Functie: zuurstofarm bloed zuurstofrijk maken.
Grote bloedsomloop
  • linkerkamer
  • aorta
  • heel het lichaam
  • holle ader
  • rechterboezem

Functie: organen van zuurstof voorzien.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Het hart
Een pomp met 4 ruimtes (2 boezems en 2 kamers)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Werking van het hart

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Hart
Boezems
Kamers
Hartkleppen
Aders
Slagaders
Aorta


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

De sinusknoop bepaald je hartslag. Die geeft een impuls waardoor je hart de drie fasen doorlopen. Werkt dit niet meer goed dan heb je een hartritmestoornis en moet je een pacemaker. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

De pacemaker neemt de taak van de sinusknoop over wanneer dat nodig is.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions


Kennistest 

Slide 21 - Slide

Er volgen nu drie vragen om de voorkennis van de leerling te testen.
Wat is de kleine bloedsomloop?
A
hart - alle organen - hart
B
hart - hersenen- hart
C
hart - longen - hart

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

In de Slagaders..
A
Stroomt zuurstofrijk bloed van het hart weg
B
Stroomt zuurstofarm bloed van het hart weg
C
Stroomt zuurstofrijk bloed naar het hart toe
D
Stroomt zuurstofarm bloed naar het hart toe

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions


Welke drie soorten bloedvaten zijn er?
A
Aorta, slagaders en aders
B
Aorta, aders en haarvaten
C
Aorta, slagaders en haarvaten
D
Slagaders, aders en haarvaten

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Welke bloedvaten hebben de dikste wand?
A
slagaders
B
aders
C
haarvaten

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Zie afbeelding. Welk type bloedvat is dit?
Dit bloedvat heeft een klep. (zie plaatje)
A
ader
B
slagader
C
haarvat

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk
Opdrachten over bloedsomloop:
1 t/m 15
Opdrachten over Stroomkringen:
17 t/m 29

Slide 27 - Slide

This item has no instructions