Secretarieel

Secretarieel
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Secretarieel

Slide 1 - Slide

Een notulen van een bedrijf is een voorbeeld van
A
Interne post
B
Inkomende post
C
Uitgaande post

Slide 2 - Quiz

Een antwoordnummer is gekoppeld aan een?
A
Adres
B
Postbus
C
Telefoon
D
Ander land

Slide 3 - Quiz

Er is een poststuk aangetekend verzonden. Wie moet er nu een handtekening zetten
A
Medewerker postsorteercentrum
B
Postbode
C
Afzender
D
Ontvanger

Slide 4 - Quiz

Accuraat werken is
A
Snel werken
B
Digitaal werken
C
Schoon werken
D
Foutloos werken

Slide 5 - Quiz

Facturen van de afgelopen maand zitten in het
A
dynamische archief
B
Statische archief

Slide 6 - Quiz

1e
2e
3e
4e
P. Hems
P. Fransen
A. Franssen
M. Hems

Slide 7 - Drag question

Wat is een vergaderagenda?
A
Alle data wanneer er een vergadering is
B
Lijst met alle gemaakte afspraken tijdens de vergadering
C
Alle punten waarover de vergadering gaat
D
Aanwezigheidslijst voor de vergadering

Slide 8 - Quiz

Wat doet een notulist?
A
Ruimte reserveren voor de vergadering
B
De vergadering leiden en de tijd in de gaten houden
C
Bepaalt welke agendapunten moeten worden besproken
D
Houdt bij wat er wordt afgesproken

Slide 9 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van een werkzaamheid voor de receptie
A
Telefoon aannemen
B
Bezoekers ontvangen
C
Notities maken
D
Pakbonnen controleren

Slide 10 - Quiz

Er verzorgd uitzien
Dienstverlenende houding
Klantvriendelijke houding
Onder druk kunnen werken
Stressbestendigheid
Gastvrij zijn
Representatief zijn
Servicegerichte instelling

Slide 11 - Drag question

Ik scheid het afval
Ik zorg altijd voor een opgeruimde en schone omgeving
Ik bespreek met andere hoe we het gaan doen
Ik hou in de gaten of alles volgens plan verloopt
Samenwerken en overleggen
Plannen en organiseren
Hygienisch werken
Milieubewust werken

Slide 12 - Drag question

Wat is een telefoonnotitie
A
Een overzicht met alle telefoontjes van die dag
B
Een lijst van alle telefoonnummers van klanten
C
Een formulier waarop de telefonische boodschap staat
D
Een rekening van de gemaakte telefoonkosten

Slide 13 - Quiz

Wat is een voorbeeld van non verbale communicatie?
A
Goedemorgen zeggen
B
Vragend aankijken

Slide 14 - Quiz

Hoe kun je als receptionist het beste de telefoon opnemen?
A
Goedemorgen, Pomona, u spreekt met ....
B
Goedemorgen, met ....
C
Hallo, Pomona met ....
D
Hallo, zeg het maar

Slide 15 - Quiz

Als je zakelijk belt gebruik je ..... taalgebruik
A
Formeel
B
Informeel

Slide 16 - Quiz

Welke voorbeelden horen er NIET bij een representatief uiterlijk?
A
Te veel deodorant
B
Kaal zijn
C
Beetje make up
D
Je draagt een beugel

Slide 17 - Quiz

Wat is een gesloten vraag?
A
Waar is dhr. Pietersen?
B
Hoe duur is dat?
C
Hoe laat is het?
D
Heb jij het gedaan?

Slide 18 - Quiz

Stoelen staan in rijen en je hebt geen tafel. Je hebt geen ruimte om te schrijven.
Tafels in een U vorm, genoeg ruimte om te schrijven
Tafels in een vierkant. Iedereen kan elkaar zien en heeft genoeg ruimte om te schrijven
Klassikale opstelling. Met z'n tweeen aan een tafel
Carré
School
U-vorm
Theater

Slide 19 - Drag question

Frontoffice taken
Backoffice taken
Rondleiding verzorgen
Boeken van een zakenreis
Bijhouden van de agenda
Bezoekers ontvangen

Slide 20 - Drag question

Met je uiterlijk en houding het bedrijf goed vertegenwoordigen is een voorbeeld van
A
Stressbestendigheid
B
Prioriteiten stellen
C
Proactieve houding
D
Representatief zijn

Slide 21 - Quiz

Om kunnen gaan met de spanning en drukte rond je werk
A
Stressbestendigheid
B
Prioriteiten stellen
C
Proactieve houding
D
Flexibel zijn

Slide 22 - Quiz

Goedemiddag waarmee kan ik u helpen? is een voorbeeld van een ...
A
Open vraag
B
Gesloten vraag
C
Doorvragen

Slide 23 - Quiz

Je voegt een e-mail adres toe tot BCC als het e-mail adres voor andere mensen niet zichtbaar mag zijn?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Alles wat is afgesproken tijdens de vergadering staat in de ...
A
Agenda
B
Notulen
C
Functionsheet
D
Notitie

Slide 25 - Quiz

Wat is een offerte?
A
Aanbod van een leverancier
B
Zending van een leverancier
C
Het plaatsen van een order
D
Het naleveren van goederen

Slide 26 - Quiz

Op een functionsheet staat ....
A
Alles wat je nog moet doen die dag
B
Welke functies aanwezig zijn in het gebouw
C
Alles wat nodig is voor het organiseren van een bijeenkomst
D
Alles wat tijdens de vergadering is besproken

Slide 27 - Quiz

Wat is GEEN reden voor bedrijfskleding
A
Herkenbaarheid
B
Goedkoper
C
Veiligheid
D
Hygiëne

Slide 28 - Quiz