• na onbepaalde voornaamwoorden als
iets, niets, alles, enige.
Alles wat je hier ziet, is zelfgemaakt.
• als verwijzing naar een zin die ervoor staat.
Ik ben heel ziek, wat voor mijn werk niet goed uitkomt.
• na dat of datgene.
Dat wat je niet hebt, is altijd het aantrekkelijkst.