27A r. 6 t/m 11

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

tekst 27A va r. 6

tekst 27A r. 6-8

1e bijzin: postquam arbores truncavit

2e bijzin: in modum tropaerorum ornavit

hoofdzin: in castra regressus est

ptc-bepaling: custodes Germanos vinctos t/m reducens

tekst 27A r. 6-8

We kijken eerst naar de bijzinnen en de hoofdzin, daarna pas naar de ptc-bepaling

Welke naamval en functie heeft arbores (r. 6)

1. nom mv - onderwerp
2. nom mv- naamwoordelijk deel
3. acc mv - lijdend voorwerp
4. acc mv - bijw. bepaling

Wie is het onderwerp van truncavit, ornavit en regressus est?

tekst 27A r. 6-8

Een Latijnse zin eindigt bij de persoonsvorm. Om die reden kan je weten dat custodes Germanos vinctos niet bij regressus est hoort maar bij de ptc-bepaling.

tekst 27A r. 6-8

De twee participia zijn rood gemaakt. Ze zijn niet op dezelfde manier gebruikt.

Met welk(e) woord(en) congrueert vinctos

1. het ingesloten onderwerp van de pv (Caligula)
2. het lijdend voorwerp van de pv
3. met custodes Germanicos
4. met specie

Met welk(e) woord(en) congrueert reducens

1. het ingesloten onderwerp van de pv (Caligula)
2. het lijdend voorwerp van de pv
3. met specie
4. met captivorum

Op welke manier is het ptc vinctos gebruikt?

1. praedicatief (als dvb)
2. bijvoeglijk
3. zelfstandig

Op welke manier is het ptc reducens gebruikt?

1. praedicatief (als dvb)
2. bijvoeglijk
3. zelfstandig

Welke naamval en functie heeft custodes Germanicos vinctos?

1. nom mv - onderwerp
2. nom mv- naamwoordelijk deel
3. acc mv - lijdend voorwerp
4. acc mv - bijw. bepaling

Bij welk werkwoord?

tekst 27A r. 9-10

Hoofdzin: Deinde t/m misit

1e bijzijn: qua t/m fatigare

2e bijzin: dum t/m celebrant

Hoofdzin:
In welke naamval staat senatui?

1. gen ev
2. dat ev
3. abl ev
4. nom mv

tekst 27A r. 9-10

1e bijzijn: qua t/m fatigare

Wat voor een bijzin is qua t/m fatigare?

1. ingeleid door een voegwoord (bijwoordelijke bijzin)
2. een betrekkelijke bijzin
3. afhankelijk vraag

Wat is het antecedent van qua?

In welke naamval staat qua?

1. nom ev v
2. abl ev v
3. nom mv o
4. acc mv o

Hoe kun je qua dan het beste vertalen?

1. die
2. met die
3. met welke/waarmee
4. in welke/waarin

tekst 27A r. 9-10

1e bijzijn: qua t/m fatigare

In de bijzin volgt er een ACI na questus est.

In de ACI is ook nog een ptc-bepaling

Naar wie verwijst se?

Met welk(e) woord(en) congrueert het ptc pugnantem?

1. se
2. patria
3. iratus
4. qua

Op welke manier is het ptc pugnantem gebruikt?

1. praedicatief (als dvb)
2. bijvoeglijk
3. zelfstandig

Met welk voegwoord kun je pugnantem vertalen?

tekst 27A r. 9-10

2e bijzijn: dum t/m celebrant

Wat is het onderwerp van celebrant?

tekst 27A r. 11

In deze zin staan veel accusativi:

- hunc successum

- exercitum suum

- litus

Welke functie heeft:
hunc successum

1. lijdend voorwerp
2. bijwoordelijke bepaling na post
3. bijwoordelijke bepaling na ad
4. praedicatieve bepaling

Welke functie heeft:
exercitum suum

1. lijdend voorwerp
2. bijwoordelijke bepaling na post
3. bijwoordelijke bepaling na ad
4. praedicatieve bepaling

Welke functie heeft:
litus

1. lijdend voorwerp
2. bijwoordelijke bepaling na post
3. bijwoordelijke bepaling na ad
4. praedicatieve bepaling