Couvert: bepalen van bestek en servies

Horecatechnieken
Bepalen van servies en bestek
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Horecatechnieken
Bepalen van servies en bestek

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Ik kan zelfstandig een couvert indekken aan de hand van een menu
Ik kan de juiste volgorde aanhouden voor het indekken van een couvert
Ik kan aan de hand van het menu bepalen welk bestek, uitserveerbesten en glazen moeten worden ingedekt.
Ik kan de drie fases van gastenontvangst uitvoeren: ontvangst-, verblijfs- en afscheidsfase

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Op- en indekken van een tafel
Wat hebben we allemaal nodig?
Wat moeten we allemaal doen?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Opdekken en indekken
  1. molton en linnen
  2. Vaste tafel attributen 
  3. Showbord
  4. Bestek
  5. Glazen
  6. Sideplate en uitserveerbestek
  7. Servet


poleermateriaal
Zie volgende dia

Slide 4 - Slide

Onder poleermateriaal valt:
twee transbordborden
één kom met heet water 
poleerdoek
Bestek per gerecht
Voorgerecht

  • medium bestek

Soep:

  • grote lepel

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

bestek per gerecht
Vleesgerechten hoofdgerecht

  • groot bestek 
  • mes en vork


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Serviesgoed per gerecht

Visgerechten

  • groot visbestek


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

bestek per gerecht
Dessert

  • dessert bestek 
  • Volgorde = MVL

  • Wij gebruiken medium bestek!!!
  • mes, vork en lepel

Slide 8 - Slide

Volgorde kopbestek vanaf het bord: 
M = mes
V = vork
L = lepel

Ezelsbruggetje: Met Veel Liefde of Moet Veel Leren
Glazen
- rodewijnglas

- wittewijnglas

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Uitserveerbestek
  1. uitserveren: groot bestek,
      lepel en vork
  2. inzetten tapenade en dip:
    klein bestek
  3. inzetten garnituur: groot bestek: lepel
  4. Inzetten sauzen: medium bestek lepel
  5. Inzetten jus: juslepel

Slide 10 - Slide

1: Uitserveren van bijvoorbeeld brood of schnitzel vanaf de uitserveermethode
 
2: inzetmethode tapenades èn
2:  uitserveren en inzetten van bijvoorbeeld saladedressing

3: inzetten garnituren als broccoligarnituur of frietjes 

4: sauzen als mayonaise of yoghurt

5:  inzetten jus, pepersaus