Spelling blok 6, week 1, les 2

Spelling
blok 6
week 1
les 2
Je leert de voltooide tijd herkennen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 5

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling
blok 6
week 1
les 2
Je leert de voltooide tijd herkennen

Slide 1 - Slide

Welke categorieën horen er bij het woord:
's avonds
A
komma-s-woord en langermaakwoord
B
komma-s-woord, langermaakwoord en klankgroepenwoord
C
komma-s-woord ,langermaakwoord en luchtwoord

Slide 2 - Quiz

Welke categorieën horen er bij het woord:
de inenting
A
Klankgroepenwoord en zingwoord
B
zingwoord en langermaakwoord
C
Klankgroepenwoord en langermaakwoord

Slide 3 - Quiz

Welke categorieën horen er bij het woord:
het gewrichtje
A
verkleinwoord en luchtwoord
B
Verkleinwoord en voorvoegsel
C
Voorvoegsel, luchtwoord en verkleinwoord

Slide 4 - Quiz

Welke categorieën horen er bij het woord:
de groeispurt
A
aai-ooi-oei
B
aai-ooi-oei en langermaakwoord
C
langermaakwoord
D
luchtwoord

Slide 5 - Quiz

Welke categorieën horen er bij het woord:
het voorbeeld
A
eer-oor-eur
B
eer-oor-eur en voorvoegsel
C
eer-oor-eur en langermaakwoord

Slide 6 - Quiz

Schrijf het klankgroepenwoord

Slide 7 - Open question

Schrijf het klankgroepenwoord

Slide 8 - Open question

Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Wij aten van de taart.
Ik schud het pak met sap.
Mijn moeder ontmoet mijn vriend.
Wij bleven netjes zitten/

Slide 9 - Drag question

De voltooide tijd
Het is klaar
voltooid
dus voltooide tijd

2 werkwoorden

Slide 10 - Slide

Wat is de voltooide tijd in de zin:
Ik ben op vakantie geweest.

Slide 11 - Open question

Wat is de voltooide tijd in de zin:
We zijn naar Frankrijk gegaan.

Slide 12 - Open question

Wat is de voltooide tijd in de zin:
Daar hebben we gekampeerd.

Slide 13 - Open question

Wat is de voltooide tijd in de zin:
Ik heb daar vrienden gemaakt.

Slide 14 - Open question

Tijd voor het dictee

Slide 15 - Slide

Schrijf het woord

Slide 16 - Open question

het reuzenrad

Slide 17 - Slide

Schrijf het woord

Slide 18 - Open question

de zweefmolen

Slide 19 - Slide

Schrijf het woord

Slide 20 - Open question

de burcht

Slide 21 - Slide

Schrijf het woord

Slide 22 - Open question

de zilvermeeuwen

Slide 23 - Slide

Schrijf het woord

Slide 24 - Open question

zij cirkelen

Slide 25 - Slide

Schrijf het woord

Slide 26 - Open question

de salto's

Slide 27 - Slide

Schrijf de zin

Slide 28 - Open question

De botsauto kwam maar traag in beweging.

Slide 29 - Slide