BS 3.3 Bio voor jou 2AH

het hart.
Het hart & de bloedvaten 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

het hart.
Het hart & de bloedvaten 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
  • Kun je de verschillende onderdelen van het hart benoemen.
  • Kun je de functie en de werking van het hart uitleggen.
  • Kun je aangeven wat het verschil is tussen aders, slagaders en haarvaten.
  • Kun je drie belangrijke aders en slagaders opnoemen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

het hart aan de buitenkant 

Slide 5 - Slide

het hart aan de binnenkant

Slide 6 - Slide

zuurstofrijk bloed
zuurstofrijk bloed 


* in tekeningen vaak rood gekleurd
* stroomt van het hart af, richting de organen



Slide 7 - Slide

zuurstofarm bloed 

zuurstofarm bloed


* In tekeningen vaak blauw gekleurd

* stromen naar het hart toe, van de organen af.

Slide 8 - Slide

Bloedvaten 

Slagaders
Aders
Haarvaten


Slide 9 - Slide

Slagaders

Bloed stroomt weg van het hart

bloed stroomt naar organen toe

bloed is zuurstofrijk (behalve de longslagader)

wanden zijn dik en elastisch

veel kracht > bloeddruk is hoog

Liggen diep in het lichaam.




Slide 10 - Slide

Aders

Bloed stroomt van de organen weg

Bloed stroomt terug naar het hart.

Bloed is zuurstofarm (behalve de longader)
Bloeddruk in de aders is laag; je voelt geen hartslag

Wanden van aders zijn dunner dan de wanden van slagaders


Slide 11 - Slide

Haarvaten
  • de kleinste bloedvaten zijn haarvaten
  • ze hebben een hele dunne wand (veel dunner dan aders)
  • bloed en vocht (met zuurstof en voedingsstoffen kunnen door de wand heen.
  • het vocht gaat naar de cellen van je lichaam (organen)
  • Haarvaten brengen zuurstof naar de organen, en zorgen dat afvalstoffen weer afgevoerd worden.


Slide 12 - Slide

De namen van bloedvaten zijn gekoppeld aan organen waar ze op aangesloten zitten 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

Waar liggen de kransslagaders?
A
In je hoofd
B
In je longen
C
In je hart
D
In je benen

Slide 16 - Quiz

Waar zitten de hartkleppen?
A
Tussen de linker - en de rechterhelft van het hart
B
Tussen het hart en de aorta en longslagader
C
Tussen de boezems en kamers in het hart
D
In de aders die naar het hart toelopen

Slide 17 - Quiz

Zitten de boezems boven of onder in het hart?
A
boven
B
onder

Slide 18 - Quiz

Waar ligt je hart
A
Borstholte
B
Buikholte

Slide 19 - Quiz

Wat scheidt de linker- en rechter harthelft?
A
Hart-tussenvlies
B
Hart-tussenspier
C
Hart-wand
D
Hart-tussenwand

Slide 20 - Quiz

Hoevaak gaat het bloed door het hart?
A
1x
B
2x
C
3x
D
4x

Slide 21 - Quiz

Hoe vaak klopt het hart gemiddeld per minuut in rust
A
30
B
50
C
70
D
90

Slide 22 - Quiz

Hoeveel kamers heeft het hart?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quiz