Inflatie: Wat betekent dat voor jouw portemonnee?

Inflatie: Wat betekent dat voor jouw portemonnee?
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Inflatie: Wat betekent dat voor jouw portemonnee?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat inflatie is en wat de effecten ervan zijn op consumenten.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over inflatie?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Inflatie: Definitie
Inflatie is de stijging van het algemeen prijsniveau, waardoor geld minder waard wordt.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Effecten van inflatie
Inflatie kan leiden tot een daling van koopkracht, hogere kosten van levensonderhoud en rentestijgingen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Werkvorm 1: Discussie
Verdeel de klas in groepjes en laat ze in discussie gaan over hoe inflatie hun eigen financiële situatie beïnvloedt.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Werkvorm 2: Casestudy
Geef de leerlingen een casestudy waarin ze de effecten van inflatie op een specifieke situatie moeten analyseren.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Werkvorm 3: Rollenspel
Laat de leerlingen een rollenspel spelen waarin ze situaties met inflatie en de gevolgen ervan nabootsen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Vat samen wat inflatie is en bespreek kort de besproken werkvormen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Reflectie
Laat de leerlingen individueel reflecteren op wat ze hebben geleerd en hoe inflatie van invloed kan zijn op hun eigen financiële toekomst.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Wat zijn de gevolgen van inflatie?
A
Daling van de rentetarieven.
B
Verhoogde koopkracht van consumenten.
C
Waardevermindering van geld en spaargeld.
D
Stijging van de export.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt inflatie gemeten?
A
Met de rentestand van de centrale bank.
B
Met de bruto nationaal product (BNP).
C
Met de werkloosheidsgraad.
D
Met behulp van de consumentenprijsindex (CPI).

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is inflatie?
A
Een stijging van het algemene prijsniveau.
B
Een verandering in de wisselkoers.
C
Een toename van de bevolking.
D
Een daling van het algemene prijsniveau.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions