eco-extremisten deel 2

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs

vraag 11

In deze vraag wordt gevraagd een redenering aan te vullen die in 2 alinea's staat (alinea 15 en 16)

 Je ziet staan: "Milieubewegingen zijn volgens de tekst te vergelijken met eco-extremisten; weliswaar..(1).., maar....(2).

Let dus op het woord vergelijken. Ook moet je even weer weten dat een redenering in principe een standpunt met argumenten is.

Maak deze opdracht 11.

antwoord vraag 11

• Weliswaar gebruiken (gematigde) milieubewegingen geen geweld 1 • maar het resultaat van hun acties is wel degelijk destructief 1.

Dit antwoord staat eigenlijk in alinea 16

vraag 12

Bij deze vraag is het de bedoeling dat je een zin citeert. 

Je moet een zin citeren waaruit blijkt dat de woorden "een heel grote triomf" en 'zegetocht" behalve letterlijk ook ironisch uitgelegd kunnen worden. Ironie is mild spottend.

Maak vraag 12

antwoord vraag 12

 “Het zou (…) rond 1820.” (regels 300-306)  1

Je ziet in de laatste alinea een soort synoniem voor zegetocht(overwinning) en er wordt weer verwezen naar 1820, een tijd die reeds lang voorbij is.

Vraag 13

Hier moet je in de vraag toch wel de woorden parallel en parellellie onderstreept hebben. Je moet hier dus een vergelijking trekken tussen het historisch luddisme en de milieubewegingen van nu. Denk eraan..je mag een woordenboek gebruiken tijdens de toets! Dit is een soort samenvattingsvraag en deze levert je maar liefst 5 punten op!

vervolg vraag 13

Denk aan het aantal woorden en aan je spelling en zinsbouw. Je moet in volledige zinnen antwoorden. Wees duidelijk in je antwoord. Je zoekt de antwoorden in alinea 5 t/m 10

Maak vraag 13.

antwoord vraag 13

• De aanhangers vinden de ideologie belangrijker dan de resultaten die ze bereiken 1 • Beide groeperingen zijn bang voor (de destructieve / oncontroleerbare kracht van) technologische veranderingen / zijn tegen technologie / willen vasthouden aan traditionele productiemethoden 1 • Beide groeperingen strijden voor de in hun ogen beheersbare en overzichtelijke wereld van toen 1 • Beide groeperingen plegen vernielingen en sabotage 1 • Leden van beide groeperingen zijn vaak goed opgeleid 1  

Niet goed IS: Beide groeperingen bereiken hun doel niet. Dit is te vaag.

VRAAG 14

Deze vraag is weer een MC-vraag. Probeer eerst je eigen antwoord te formuleren en kijk dan of dat antwoord ertussen staat.

antwoord vraag 14

Het antwoord is C.

De schrijver verzet zich continu tegen de opvattingen van de milieubewegingen. 

A kan het niet zijn. Dit is een betoog en geen beschouwing

B Stel jezelf de vraag of het klopt wat hier staat.

en dat geldt ook voor D. 

Vraag 15

Bij deze vraag zie je dat het echt noodzakelijk is dat je de tekst goed hebt gelezen. Hier moet je namelijk een keuze maken uit 10 verwijten en je moet bepalen welke 5 echt van toepassing zijn. Eigenlijk is dit ook een soort samenvattingsvraag

.Maak vraag 15

antwoord vraag 15

1, 3, 4, 8, 9  

indien vijf elementen juist  3 

indien vier elementen juist  2 

indien drie elementen juist  1 

indien twee of minder elementen juist 0 

vraag 16

Bij deze vraag wordt er gebruik gemaakt van een zogenaamde "satelliettekst". In de vragen staat dan een extra tekst. Vaak moet je die dan vergelijken met de hoofdtekst.Bij vraag 16 moet je echter 2 woordgroepen citeren waaruit de betekenis blijkt van "kijken met een systeembril". 

Maak vraag 16

antwoord vraag 16

• “integrale oplossingen” 1 (alinea 2 tekstfragment) • “brede benadering van problemen (en oplossingen)” 1  (alinea 4 tekstfragment 1)

Opmerking Ook goed: “onderdeel zijn van een netwerk van honderden lokale en internationale bewoners-, milieu- en sociale organisaties”. (alinea 3, tekstfragment 1)

LET OP! Het gaat hier om woordgroepen. GEEN ZINNEN!