ww-spelling

Werkwoordspelling
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Tom (ontleden) vandaag die vijf moeilijke zinnen.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Quiz

Tom (ontleden) vandaag die vijf moeilijke zinnen.

Slide 8 - Open question

Er (kleven) nogal wat nadelen aan Huibs plan.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Quiz

Er (kleven, vt) nogal wat nadelen aan Huibs plan.

Slide 10 - Open question

Is je broer al naar zijn studentenkamer in Amsterdam (verhuizen)?
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Quiz

Is je broer al naar zijn studentenkamer in Amsterdam (verhuizen)?

Slide 12 - Open question

De leerlingen mochten aan het einde van de les hun spullen (inpakken).
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Quiz

De leerlingen mochten aan het einde van de les hun spullen (inpakken).

Slide 14 - Open question

De (verbranden) pizza was niet echt lekker.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 15 - Quiz

De (verbranden) pizza was niet echt lekker.

Slide 16 - Open question

(worden) jij ook zo moe van werkwoordspelling?
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 17 - Quiz

(worden) jij ook zo moe van werkwoordspelling?

Slide 18 - Open question

De (verslijten) bank wordt eindelijk vervangen door een hippe hoekbank.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 19 - Quiz

De (verslijten) bank wordt eindelijk vervangen door een hippe hoekbank.

Slide 20 - Open question

De slagers (braden) gisteren het vlees tijdens de buurtbarbecue.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 21 - Quiz

De slagers (braden) gisteren het vlees tijdens de buurtbarbecue.

Slide 22 - Open question

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
1. Het cadeau is gegeven.          Het … cadeau.       
2. De route is gelopen.                De … route.           

3. De straat is verlicht.                 De … straat.           
4. De crimineel is gestraft.         De … crimineel.       

5. De dictator is gehaat.             De … dictator.       
6. De weg is verbreed.                 De … weg.           
7. De man is gered.                        De … man.           

Slide 23 - Slide

De (verslijten) bank wordt eindelijk vervangen door een hippe hoekbank.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 24 - Quiz

De (verslijten) bank wordt eindelijk vervangen door een hippe hoekbank.

Slide 25 - Open question

De slagers (braden) gisteren het vlees tijdens de buurtbarbecue.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 26 - Quiz

De slagers (braden) gisteren het vlees tijdens de buurtbarbecue.

Slide 27 - Open question

Het hele weekend heb ik naar de muziek van Billie Eilish (luisteren).
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 28 - Quiz

Het hele weekend heb ik naar de muziek van Billie Eilish (luisteren).

Slide 29 - Open question