ww-spelling

Werkwoordspelling
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Geef aan hoe goed je zelf vind dat je ww-spelling beheerst.
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Tom (ontleden) vandaag die vijf moeilijke zinnen.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Quiz

Tom (ontleden) vandaag die vijf moeilijke zinnen.
A
ontleedt
B
ontleed
C
ontleedde
D
ontlede

Slide 8 - Quiz

Er (kleven) nogal wat nadelen aan Huibs plan.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Quiz

Er (kleven) nogal wat nadelen aan Huibs plan.
A
kleeft
B
kleefd
C
kleven
D
kleefden

Slide 10 - Quiz

Is je broer al naar zijn studentenkamer in Amsterdam (verhuizen)?
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Quiz

Is je broer al naar zijn studentenkamer in Amsterdam (verhuizen)?
A
verhuist
B
verhuisd
C
verhuizt
D
verhuizd

Slide 12 - Quiz

De leerlingen mochten aan het einde van de les hun spullen (inpakken).
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Quiz

De (verbranden) pizza was niet echt lekker.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 14 - Quiz

De (verbranden) pizza was niet echt lekker.
A
verbranden
B
verbrandde
C
verbrandden
D
verbrande

Slide 15 - Quiz

(worden) jij ook zo moe van werkwoordspelling?
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 16 - Quiz

(worden) jij ook zo moe van werkwoordspelling?
A
Word
B
Wordt

Slide 17 - Quiz

De jongeren (scrollen) vorig jaar drie uur per dag op sociale media.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 18 - Quiz

De jongeren (scrollen) vorig jaar drie uur per dag op sociale media.
A
scrollen
B
scrolden
C
scrollden
D
scrolten

Slide 19 - Quiz

De slagers (braden) gisteren het vlees tijdens de buurtbarbecue.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 20 - Quiz

De slagers (braden) gisteren het vlees tijdens de buurtbarbecue.
A
braadde
B
brade
C
braadden
D
braden

Slide 21 - Quiz

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
1. Het cadeau is gegeven.          Het … cadeau.       
2. De route is gelopen.                De … route.           

3. De straat is verlicht.                 De … straat.           
4. De crimineel is gestraft.         De … crimineel.       

5. De dictator is gehaat.             De … dictator.       
6. De weg is verbreed.                 De … weg.           
7. De man is gered.                        De … man.           

Slide 22 - Slide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
ANTWOORDEN
1. Het cadeau is gegeven.          Het gegeven cadeau.       
2. De route is gelopen.                De gelopen route.           

3. De straat is verlicht.                 De verlichte straat.           
4. De crimineel is gestraft.         De gestrafte crimineel.       

5. De dictator is gehaat.             De gehate dictator.       
6. De weg is verbreed.                 De verbrede weg.           
7. De man is gered.                        De geredde man.           

Slide 23 - Slide

Bij kringloopwinkel 2Switch worden veel spullen (recyclen)
A
gerecycled
B
gerecyceld
C
gerecyclet
D
gerecycelt

Slide 24 - Quiz

Pieter (googelen) gisteren de betekenis van een woord dat hij niet wist.
A
googelt
B
googlede
C
googlete
D
googelde

Slide 25 - Quiz

En hoe goed vond je jezelf na deze oefening? Beheers je alles?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Waarover zou je over werkwoordspelling nog meer uitleg willen?

Slide 27 - Open question