Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
1. Het cadeau is gegeven. Het … cadeau.
2. De route is gelopen. De … route.
3. De straat is verlicht. De … straat.
4. De crimineel is gestraft. De … crimineel.
5. De dictator is gehaat. De … dictator.
6. De weg is verbreed. De … weg.
7. De man is gered. De … man.