mario

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 7,8

welke game is jouw favoriete game?

vul in:
ik game:

1. nooit
2. paar keer per week
3. iedere dag
4. de hele dag

Doel van de les:

- je herhaalt wat een opsomming is.

- Je leert woorden die bij een opsomming horen.

- Je leert wat een tegenstelling is.

- je herkent een schema vanuit de tekst.

- Je leert informatie op te zoeken.

let op:

Hierna krijg je luistervragen.

Hoe begint Mario zijn games?

1. Hallooooo mensen
2. Hello hello
3. It's me
4. how are you????

In welke plaats is het gamemuseum?

1. Zwolle
2. Amsterdam
3. Rotterdam
4. Zoetermeer

Mario had verschillende beroepen.
Welk beroep is niet genoemd?

1. timmerman
2. klusjesman
3. dokter
4. scheidsrechter

Mario beoefent verschillende sporten.
Welke sport werd niet genoemd?

1. motorrijden
2. tennis
3. hnokbal
4. karten

we lezen de tekst.

Uitleg:

Vrijwel de hele tekst is een opsomming.

Er wordt verteld waarom Mario een groot succes is.

De kopjes: 'Makkelijk te spelen', 'Herkenbaar' en 'Het verhaal' zijn de redenen waarom Mario zo'n succes is.

Welk kopje past ook bij het stukje Bedenker? Kies het beste kopje.

1. gamehallen
2. het begin
3. het succes
4. het einde

Wat hoort op de plek van het blauwe kruis?

1. Vermijden door te springen.
2. Al snel komt de eerste vijand in beeld.
3. Een blok met een vraagteken.
4. Het spel kent diepere lagen.

2. In r. 15 staat: Vervolgens zie je een blok met een vraagteken in de lucht.
Wat is een ander woord voor vervolgens?

1. daarna
2. daarvoor
3. ooit

In regel 16 staat een opsommingswoord. Welk woord?

In regel 20/21 staan ook opsommingswoorden.
Welke?

1. De spellen zijn een succes.
2. Een tweede reden.
3. Mensen herkennen zich in Mario.
4. Mario komt in verschillende gedaantes terug.

Bedenk nog een paar woorden die je kunt gebruiken bij een opsomming.

Wat is de opsomming in regel 27/28

In regel 27/28 staat een tegenstelling.
Wat is de tegenstelling?

Welk woorde wordt er gebruikt om de tegenstelling te verduidelijken?

1. doordat
2. maar
3. interssant
4. moeilijker

Lees 'het verhaal'
in r. 30/31 staat een tegenstelling.
Welk woord wordt gebruikt?

1. Het
2. bijna
3. moet
4. maar

Welk woord uit het stukje 'Het verhaal' kan je vervangen door
'nu'?

1. Ook r. 31
2. echter r. 34
3. daarvan r. 35
4. tegenwoordig r. 35

https:

Waar of niet waar?????

Mario is in 1981 bedacht door een Japanner.

1. waar
2. niet waar

Het verhaal in Mario gaat bijna altijd om een ontvoerde prinses die Mario moet redden.

1. waar
2. niet waar

De games van Mario zijn vooral geliefd bij kinderen.

1. waar
2. niet waar

De games van Mario zijn moeilijk te spelen.

1. waar
2. niet waar

In de game ‘Donkey Kong’ heette Mario Jumpman.

1. waar
2. niet waar

Jongeren onder de 18 gamen het meest.

1. waar
2. niet waar