Ned_2h_Week5_les1

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Terugblik  
Stillezen
Opdracht nakijken
Samen aan de slag 
Woordjes D bekijken
Zelfstandig aan de slag (uitdelen woordjes E)
Evalueren 
Vooruitblik





Slide 2 - Slide


Vorige les
Leestekens, hoofdletters & letter C


Materiaal mee
Methodeboek Nieuw Nederlands, leesboek, schrift en pen

Werkhouding
Vrijdagmiddag, laatste uur: concentratie was beter! Fijn.

Huiswerk


Afwezigheid of te laat



Slide 3 - Slide

Naambordje neerleggen.

Slide 4 - Slide

Stillezen 15 minuten
timer
15:00

Slide 5 - Slide

Inhoud lessen deze week
De brug theorie
Verkleinwoorden opdracht 3 (blz. 255)


Formuleren H2
Formuleren in zinsopbouw, opdracht 1 t/m 4 (blz. 62-63) (opdr 5 verrijking)

Poëzie en fictie (probleem)
Blz. 192 t/m 199, opdracht 2 t/m 6 (blz. 192 t/m 199)

Woordje D (woordenschat)

Slide 6 - Slide

Doel


  • Je kunt de tekst aantrekkelijker maken door te variëren in zinsopbouw.

Slide 7 - Slide

Weet je het nog?
Wat is een persoonsvorm en wat is het onderwerp?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

In Lord of the Rings moet de hobbit Frodo een ring vernietigen.


Wat is de persoonsvorm?
A
Frodo
B
moet
C
moet vernietigen
D
een ring

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Link

Theorie, bladzijde 62
Kijk mee met deze tekst.

Slide 12 - Slide

In de herfstvakantie worden veel activiteiten voor jongeren georganiseerd.
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 13 - Quiz

Antwoord
APO

Andere zinsdelen, persoonsvorm, onderwerp

In de herfstvakantie /worden /veel activiteiten voor jongeren georganiseerd.



Slide 14 - Slide

Zo kun je in de Weeribben meedoen aan een middagje survilvallen in de natuur.
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 15 - Quiz

Antwoord
Zo/ kun/ je /in de Weeribben meedoen aan een middagje survilvallen in de natuur.

APO
Andere zinsdelen, persoonsvorm, onderwerp

Slide 16 - Slide

Tijdens deze zogenaamde bushcraft leer je overleven in de natuur.
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 17 - Quiz

Antwoord
Tijdens deze zogenaamde bushcraft /leer/ je overleven in de natuur.

APO

Andere zinsdelen, persoonsvorm, onderwerp

Slide 18 - Slide

Woordjes D
Desnoods 
Dikwijls
Dimensie
Dissident
Doelstelling





Slide 19 - Slide

Woordjes D
Desnoods: in het uiterste geval 
Voorbeeldzin: De plattegrond van onze klas is nu duidelijk; desnoods kunnen docenten leerling X en leerling Y apart van elkaar zetten.


Dikwijls: vaak
Voorbeeldzin: Leerling Z uit onze klas is dikwijls absent; ik maak me zorgen om haar/hem.


Dimensie: aspect, kant
Voorbeeldzin: Bij het vak handvaardigheid leren we voorwerpen te ontwerpen in drie dimensies.




Voorbeeldzin: Als je op winkeldiefstal betrapt bent, is het verstandig om daar tegenover je ouders geen doekjes om te winden.


Slide 20 - Slide

Woordjes D
Dissident: iemand met een afwijkende mening
Voorbeeldzin: De Chinese regering beschouwt de Tibetaanse vrijheidsstrijders als afkeurenswaardige dissidenten.


Doelstelling: van te voren gesteld doel dat je wilt bereiken
Voorbeeldzin: De doelstelling van deze woordenlijst is dat jullie een grotere woordenschat krijgen.


Ergens geen doekjes om winden: ergens eerlijk voor uitkomen, onomwonden
Voorbeeldzin: Als je op winkeldiefstal betrapt bent, is het verstandig om daar tegenover je ouders geen doekjes om te winden.


Slide 21 - Slide

1 Het pasgeboren baby’tje droeg een klein zilveren kettinkje.
2 De coach vond het fascinerend hoe de spelers het conflict zelf oplosten.
3 De student filosofie moet een artikel over ethiek schrijven, maar hij heeft de neiging om het steeds uit te stellen.
4 Je moet tijdens de pauze niet gaan roddelen om een amicale indruk te maken.
5 Het medisch experiment mislukte en ruïneerde Maria’s sportcarrière.
6 Zagen jullie gisteren ook die Engelse documentaire over de vulkaanuitbarsting?

Start aan:
Formuleren in zinsopbouw  (blz. 62-63) 
opdracht 1 vanaf vraag 4 
opdr 2, 3 en 4

Eventueel: opdr 5 (verrijking)

Ben je klaar? 
Kahoot! woordje D leren



Slide 22 - Slide

Hoe ging de invulopdracht?
Wat ging goed?
Kan er de volgende keer iets beter?

Slide 23 - Slide

Wat gaan we de volgende les doen?



Wat moet er volgende week mee? 
Methodeboek, schrift, pen, leesboek en je mobiele telefoon




Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Slide 27 - Slide