- je weet hoe je meerdere persoonsvormen vindt in samengestelde zinnen
Slide 3 - Slide
Herhalingsvragen:
1. Wat is een samenstelling?
2. Wanneer schrijven we een komma?
3. Hoe weten we of een voltooid deelwoord eindigt op een -d of -t?
4. Mag je wou en wouden schrijven?
5. Hoe kun je de persoonsvorm in een zin vinden?
Herhaling
Slide 4 - Slide
Hoofdstuk 2 - Taalverzorging
Paragraaf 1: woorden aan elkaar of los schrijven
Paragraaf 2: werkwoorden in samengestelde zinnen
Paragraaf 3: samengestelde zinnen maken
Slide 5 - Slide
Hoeveel persoonsvormen staan er volgens jou in de volgende zin? Leg je antwoord uit.
Een van deze twee antwoorden:
- 1 persoonsvorm, namelijk maait, want als je de zin in de verleden tijd zet, verandert alleen maait. (Het woord niet is een ontkenning.)
- 2 persoonsvormen, namelijk maait en niet, want als je de zin in de verleden tijd zet veranderen ze beide. (Het woord niet is een vorm van het werkwoord nieten.)
Startopdracht
Bladzijde
62
Een maaimachine maait en een nietmachine niet.
Slide 6 - Slide
Zinnen met meerdere persoonsvormen
Je kunt zinnen samenvoegen tot een samengestelde zin.
Roy legt een som uit.
Alice doet een proefje.
Roy legt een som uit en Alice doet een proefje.
Deze zin heeft twee persoonsvormen namelijk legt en doet.
Slide 7 - Slide
Noteer de juiste vorm van de werkwoorden die tussen haakjes staan in je schrift.
1. Mijn zus ... (geloven) dat ik morgen tafeltenniskampioen ... (worden).
2. Afgelopen voorjaar ... (fietsen) we elk weekend naar een weiland waar toen schapen met lammetjes ... (grazen).
3. Nadat vorig jaar zomer onze schuur ... (instorten), ... (besluiten) de buren hun schuur ook niet meer te gebruiken.
4. De conciërge ... (controleren) of hij alle deuren ... (hebben) afgesloten.
Opdracht
timer
5:00
Slide 8 - Slide
Wat: Maak opdracht 5 op bladzijde 63
Hoe:Je mag op fluisterniveau overleggen met degene die naast je zit.
Hulp:Schema werkwoordspelling op bladzijde 209.
Tijd:5 minuten. Daarna kijken we het na.
Aan de slag
Klaar?
Maak opdracht 1 t/m 4
timer
8:00
Slide 9 - Slide
Zelfstandig werken
Wat: opdracht 1 tot en met 4
Hoe: overleggen op fluisterniveau
Hulp: schema werkwoordspelling
Tijd: tot de laatste vijf minuten
Klaar? Oefen in de online trainer met taalverzorging of begin met een samenvatting te maken.
Slide 10 - Slide
Je weet wat een samengestelde zin is
Je weet hoe je meerdere persoonsvormen vindt in samengestelde zinnen