stijlfiguren en beeldspraak

Stijlfiguren en beeldspraak
Quizzzz
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Stijlfiguren en beeldspraak
Quizzzz

Slide 1 - Slide

Deze uitnodiging komt mij niet ongelegen.
A
understatement
B
paradox
C
litotes
D
woordspeling

Slide 2 - Quiz

'Dat is een leuk bedragje', zei de winnaar van de hoofdprijs in de Staatsloterij.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
pleonasme

Slide 3 - Quiz

Die lelijke soaps met hun zouteloze dialogen!
A
metafoor
B
metonymia
C
personificatie
D
synesthesie

Slide 4 - Quiz

Ik vind dat verhaal zo afgezaagd, want daar gaan er 13 van in een dozijn.
A
metafoor
B
synesthesie
C
personificatie
D
woordspeling

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Video

Als je twee synoniemen in een zin gebruikt, doe je iets dubbelop. Hoe heet die stijlfiguur?
A
pleonasme
B
herhaling
C
tautologie
D
opsomming

Slide 7 - Quiz

Leg het verschil uit tussen metonymia en een metafoor.

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Welke vorm van beeldspraak beeldt het plaatje uit?

Slide 10 - Open question

Toen Paul de Leeuw het podium opkwam, lag de zaal al plat.
A
metonymia
B
anafoor
C
personificatie
D
vergelijking

Slide 11 - Quiz

Het leven lachte hem toe, maar zijn studieboek staarde hem misprijzend aan.
A
metafoor
B
metonymia
C
personificatie
D
chiasme

Slide 12 - Quiz

Hij ging er als een haas vandoor.
A
metafoor
B
metonymia
C
personificatie
D
parodie

Slide 13 - Quiz

Jantje is een schat van een kind.
A
vergelijking met verbindingswoord
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 14 - Quiz

Geef een voorbeeld van een metoniem.

Slide 15 - Open question

Geef een voorbeeld (niet uit het boek!) van een tricolon.

Slide 16 - Open question

Hier moet ik nog mee bezig voor mezelf

Slide 17 - Mind map