What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
eha3c formuleren les 7 mei 2020
1 / 45
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
45 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Welke zin is ONJUIST begrensd?
A
Ik heb het koud. Daardoor werd ik verkouden
B
Ik werd verkouden doordat ik het koud had.
C
Ik had het koud. Want ik had geen jas aan.
D
Ik had het warm want ik had een vest aan.
Slide 11 - Quiz
Voegwoorden zijn erg belangrijke woorden in de Nederlandse taal. Ook al zijn het vaak korte en onbeduidende woordjes zoals en.
A
JUIST
B
ONJUIST
C
GOED
D
FOUT
Slide 12 - Quiz
Mevrouw Van Helden had Lodewijk op spijbelen betrapt en straf gegeven.
Correct of foutief samengetrokken?
A
Correct samengetrokken
B
Foutief samengetrokken
Slide 13 - Quiz
De nieuwste film van Spielberg is heel spannend en moet je gezien hebben.
Correct of foutief samengetrokken?
A
Correct samengetrokken
B
Foutief samengetrokken
Slide 14 - Quiz
Milou had zich erg verheugd op de vierdaagse, maar na de eerste dag al enorme blaren op haar voeten.
A
Correct samengetrokken
B
Foutief samengetrokken
Slide 15 - Quiz
De mountainbike was heel duur, maar wilde ik toch graag hebben.
A
Correct samengetrokken
B
Foutief samengetrokken
Slide 16 - Quiz
Meneer De Bree was ziek geworden en daarom naar huis gegaan.
A
Correct samengetrokken
B
Foutief samengetrokken
Slide 17 - Quiz
Harold trok ondanks de hitte een lange broek en zich niks van de opmerkingen van zijn klasgenoten aan.
A
Correct samengetrokken
B
Foutief samengetrokken
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
welk woord is/ welke woorden zijn mannelijk?
A
Stier
B
Keukenlade
C
Gedachte
D
Gemeente
Slide 39 - Quiz
Welk verwijswoord moet in de zin?
Dat armbandje is het mooiste ... ik ooit van je heb gekregen.
Slide 40 - Open question
Welk verwijswoord moet in de zin?
Dit is mijn buurman, ... ik op de motor naar Zwitserland ben gegaan.
Slide 41 - Open question
Klaar.
Dat waren een paar kleine opdrachten. Meer van die opdrachten staan in de paragraaf Formuleren, bijvoorbeeld van H3 (blz 96)
Slide 42 - Slide
Slide 43 - Slide
Slide 44 - Slide
Slide 45 - Slide
More lessons like this
Les 47
March 2021
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
verwijswoorden klas 3
April 2023
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Donderdag 16 december - 3H
December 2021
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les 46
March 2021
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
verwijswoorden klas 3
February 2023
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3 - Verwijswoorden
June 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3 - Verwijswoorden
February 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Formuleren H3 fouten met beknopte bijzin
April 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3