Je kent de functies van een tekst met inleiding, kern, slot.
Je kunt zelf een tekst opdelen in inleiding, kern, slot.
Slide 5 - Slide
Tekst
Hoe ziet de opbouw van een tekst eruit?
Kijk en schrijf mee. Maak aantekeningen!
Slide 6 - Slide
Titel + Inleiding
Aandacht trekken door:
- anekdote
- opvallende stelling of mening
- actuele gebeurtenis
- het voordeel voor de lezer
kennismaking met het onderwerp
richting geven aan de tekstopbouw
idee geven van het genre (tekstsoort/-doel)
Tekst
Middenstuk
Slot
Slide 7 - Slide
Titel + Inleiding - Aandacht trekken door: - anekdote - opvallende stelling of mening - actuele gebeurtenis - het voordeel voor de lezer
- kennismaking met het onderwerp - richting geven aan de tekstopbouw - idee geven van het genre (tekstsoort/-doel)
Tekst
Middenstuk
uitwerking van het onderwerp in deelonderwerpen
uitwerking in hoofdstukken, paragrafen of alinea's
overzichtspunten: titels, kopjes, signaalwoorden
Slot
Slide 8 - Slide
Titel + Inleiding - Aandacht trekken door: - anekdote - opvallende stelling of mening - actuele gebeurtenis - het voordeel voor de lezer
- kennismaking met het onderwerp - richting geven aan de tekstopbouw - idee geven van het genre (tekstsoort/-doel)
Tekst
Middenstuk - uitwerking van het onderwerp in deelonderwerpen - uitwerking in hoofdstukken, paragrafen of alinea's - overzichtspunten: titels, kopjes, signaalwoorden
Slot
de afronding
terugblik op inleiding en de kern
krachtiger maken van strekking of boodschap (of een uitsmijter)
vaak de hoofdgedachte
Slide 9 - Slide
Titel + Inleiding - Aandacht trekken door: - anekdote - opvallende stelling of mening - actuele gebeurtenis - het voordeel voor de lezer
- kennismaking met het onderwerp - richting geven aan de tekstopbouw - idee geven van het genre (tekstsoort/-doel)
Tekst
Middenstuk - uitwerking van het onderwerp in deelonderwerpen - uitwerking in hoofdstukken, paragrafen of alinea's - overzichtspunten: titels, kopjes, signaalwoorden
Slot - de afronding - terugblik op inleiding en de kern - krachtiger maken van strekking of boodschap (of een uitsmijter) - vaak de hoofdgedachte
Slide 10 - Slide
Communiceren doe je samen 2
Aan de slag
Oefenboek pagina 42
Maak opdracht 4 en 5.
timer
6:00
Slide 11 - Slide
Communiceren doe je samen 2
Huiswerk: schrijfopdracht + opdracht 4 en 5 uit boek (pg 42).