3. hoorcollege 1.3 ZW aan opdracht 1

Tijdvak 1: Tijd van jagers en boeren
tot 3000 v Chr
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Tijdvak 1: Tijd van jagers en boeren
tot 3000 v Chr

Slide 1 - Slide

Kenmerkende aspecten
1.  De levenswijze van jager-verzamelaars.
2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.
3. Het ontstaan van stedelijke gemeenschappen.
Leer ze uit je hoofd!

Slide 2 - Slide

1.3 Egypte een van de eerste staten

Slide 3 - Slide

De eerste steden ontstaan in de tijd van
A
Jagers en boeren
B
Grieken en Romeinen
C
Steden en staten

Slide 4 - Quiz

Op welke plek ontstaan de meeste steden?
A
In de bergen
B
Aan een rivier
C
In een moeras
D
In een bos

Slide 5 - Quiz

Hoe zorgt een toegenomen voedselvoorraad voor het ontstaan van steden?
A
door het voedsel worden de soldaten sterker
B
door het voedsel groeit de bevolking sterk
C
door het voedsel worden de mensen rijker
D
door het voedsel sterven er minder mensen

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Welke stedelijke gemeenschappen uit de tijd van jagers en boeren zijn er en wat zijn de kenmerken?
- De bekendste stedelijke samenlevingen vinden we in Mesopotamië en Egypte.
Kenmerken:
- Hierarchisch opgebouwd.
- Irrigatielandbouw
- polytheïsme (meer godendom)
- tempeleconomie = alles gebeurde rondom de tempels (handel, bestuur, etc)
- ontwikkeling van het schrift: steden hadden een ingewikkelder bestuur dan dorpjes en de behoefte om wetten/afspraken etc op te schrijven ontstond.
- spijkerschrift (Mesopotamië) en hiërogliefen (Egypte)

Slide 9 - Slide

Egypte

Slide 10 - Mind map

Waarom kan Egypte een staat worden genoemd?
- Als stadstaten gaan samenwerken wordt het grondgebied steeds groter. Als dit gebied onder leiding van een persoon komt noemen we dit een staat. (er gelden overal dezelfde regels en wetten)
- Rond 2950 v Chr verovert farao Narmer van Beneden-Egypte ook het noorden, zo wordt Egypte één grote staat.

Slide 11 - Slide

Hoe komt (en behoudt) een farao aan zijn macht

Slide 12 - Open question

Op welke pijlers baseerden de farao's hun macht?
1. De ambtenaren en het leger: zij zorgden dat wetten werden nageleefd en beschermden tegen aanvallen van buitenaf.
2. Het belastingsysteem: Inwoners betaalden belasting om de ambtenaren en het leger te betalen.
3. Goddelijk legitimering: Farao werd gezien als de zoon van oppergod Ra, hij kon bemiddelen tussen de gewone man en de goden. Hij was dus heel belangrijk om naar te luisteren. Want voor goede oogst was je afhankelijk van de goden.
4. Propaganda: politieke reclame om aan zijn volk te laten zien hoe belangrijk hij was.

Slide 13 - Slide

Kenmerken van de Egyptisch cultuur m.b.t. religie, leven en dood.
- In Egypte had men goden voor allerlei verschillende zaken. (polytheïsme = meergodendom)
- goden hadden het uiterlijk van mens en dier gecombineerd
- met het brengen van offers probeerde men de goden gunstig te stemmen
- Egyptenaren geloven in een leven na de dood in het dodenrijk. 
- Omdat de ziel van de dode iedere dag terugkeerde op aarde en dan moest aansterken in het lichaam moest dat lichaam van de dode goed bewaard worden (mummificeren)
- Hoe rijker je was hoe uitgebreider versierd je sarcofaag was en hoe meer grafgiften je mee kreeg. (een simpele boer werd gewoon in een kuil begraven, een farao in een prachtige versierde pyramide.

Slide 14 - Slide

Kenmerkende aspecten
  • 1.  De levenswijze van jager-verzamelaars.
  • 2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.
  • 3. Het ontstaan van stedelijke gemeenschappen.
noem ze nog eens!

Slide 15 - Slide