What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Dag 4 - Thema 10
Woorden
Thema 10: Regels en Straf - DAG 4
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woorden
Thema 10: Regels en Straf - DAG 4
Slide 1 - Slide
Woorden van vandaag
gooien
vangen
grappig(e)
de grond
hard(e)
hoog - hoge
houden
Slide 2 - Slide
gooien
(ww)
iets met je hand of arm van je af bewegen
gooien <--> vangen
TT -
ik gooi, jij gooi
t
, wij gooien
VT -
ik gooi
de
, wij gooi
de
n
VTD -
ik
heb
ge
gooi
d
Zin
:
Ik
gooi
de bal over het net.
Zin:
Zij
gooit
de bal naar meneer Jelle.
19
Slide 3 - Slide
vangen
(ww)
extra
vastpakken met je hand
vangen <--> gooien
TT -
ik vang, jij vang
t
, wij vang
en
VT -
ik v
i
ng, wij v
i
ng
en
VTD -
ik
heb
g
e
vang
en
Zin:
Zij
gooit
de bal naar meneer Jelle.
Zin
: Meneer Jelle
vang
t
de bal.
19
Slide 4 - Slide
grappig(e) (bnw)
als je om iets moet lachen
Zin
:
Mr. Bean is
grappig.
Zin:
Hij vertelde een
grappige
mop.
20
Slide 5 - Slide
de
grond (znw)
de aarde waar we op staan
het onderste deel van een ruimte
de bodem
Zin:
De bomen groeien in de
grond
.
Zin
:
De kinderen zitten op de
grond.
21
Slide 6 - Slide
hard(e) (bnw)
heel stevig
hard <-- > zacht
Zin
:
De bal is
hard
.
krachtig, overduidelijk te horen
Zin
: Die
harde
muziek komt van de buren.
synoniem: luid
heel erg
Zin
: Ik doe
hard
mijn best.
22
Slide 7 - Slide
hoog - hoge (bnw)
ver boven de grond
hoog <--> laag
Zin
:
Deze flat is erg
hoog
.
24
Slide 8 - Slide
houden (van)
(ww)
iets of iemand lief of mooi vinden
Zin:
Wij
houden
van
Nederland.
bewaren wat je hebt - hebben
Zin
: Ik mag de ring
houden
.
TT -
ik houd (van), jij houd
t
(van), wij houden (van)
VT
- ik h
iel
d (van), wij hield
en (van)
VTD
- ik
heb
ge
houd
en
(van)
24
Slide 9 - Slide
Welke zin hoort bij het plaatje?
19
A
Hij gooit een bal.
B
Hij vangt een bal.
C
Hij gooien een bal.
D
Hij vangen een bal.
Slide 10 - Quiz
Mr. Bean is ...
20
A
eng
B
een fiets
C
hier
D
grappig
Slide 11 - Quiz
Wat is de betekenis van het woord
'(de) grond'?
21
A
de aarde waar we op staan
B
het onderste deel van een ruimte
C
de bodem
D
een laag aarde waar planten in kunnen groeien
Slide 12 - Quiz
Op welke afbeelding zie jij 'grond'?
21
A
B
C
D
Slide 13 - Quiz
Wat is de tegenstelling van 'hard'?
22
A
laag
B
koud
C
zacht
D
hoog
Slide 14 - Quiz
Wat betekent 'hard' ?
22
A
heel erg
B
heel veel moeite
C
heel stevig
D
niet zacht
Slide 15 - Quiz
Zoek een afbeelding van iets dat heel 'hoog' is.
Slide 16 - Open question
Wat is de tegenstelling (antoniem) van 'hoog'?
23
A
laag
B
zacht
C
hard
D
daar
Slide 17 - Quiz
Waar hou(d) jij van?
24
Slide 18 - Open question
'Deze ring mag ik houden.'
Wat betekent deze zin?
24
A
Dat ik de ring heel erg mooi vind.
B
Dat de ring van mij is en ik de ring ga bewaren.
C
Dat ik heel veel liefde heb voor de ring.
D
Dat ik een ring heb gekregen.
Slide 19 - Quiz
More lessons like this
Dag 4 - Thema 10
January 2024
- Lesson with
16 slides
Dag 4
March 2024
- Lesson with
15 slides
Dag 4
September 2024
- Lesson with
15 slides
WOORDEN Regels en straf dag 4
September 2023
- Lesson with
10 slides
ISK
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
WOORDEN Regels en straf dag 5
March 2024
- Lesson with
23 slides
ISK
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
zinnen maken A1
May 2024
- Lesson with
22 slides
NT2
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Dag 2 - thema 11
September 2024
- Lesson with
15 slides
NT2
ISK
Dag 2 - thema 11
February 2024
- Lesson with
15 slides
NT2
ISK