Taal groep 6 - les 1.4

Taal les 1.4
Leerdoel: Ik weet wat de stam van een werkwoord is.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Taal les 1.4
Leerdoel: Ik weet wat de stam van een werkwoord is.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

De stam is dus hetzelfde
als de ik-vorm.
Ken jij werkwoorden in de ik-vorm?

Slide 3 - Mind map

Wat is de stam van het woord:
oefenen

Slide 4 - Open question

Wat is de stam van het woord:
lezen

Slide 5 - Open question

Wat is de stam van het woord:
begrijpen

Slide 6 - Open question

Zoek het werkwoord in de zin. Schrijf het hele werkwoord op en de stam.

Mijn grote broer maakt overal rotzooi.

Slide 7 - Open question

Zoek het werkwoord in de zin. Schrijf het hele werkwoord op en de stam.

Mijn grote broer maakt overal rotzooi.

Slide 8 - Open question

Zoek het werkwoord in de zin. Schrijf het hele werkwoord op en de stam.

Hij zet een doek op zijn schildersezel.

Slide 9 - Open question

Zoek het werkwoord in de zin. Schrijf het hele werkwoord op en de stam.

Toen legde hij wel tien tubes verf op tafel.

Slide 10 - Open question

Bij welke opgave start jij?
Opgave 1: Ik vind het nog wat lastig en wil nog even oefenen.

Opgave 2: Ik snap het al en kan de opgaven zelfstandig maken.

Slide 11 - Slide