De student kan organisaties voor voedingsvoorlichting benoemen.
De student kan modellen voor voedingsvoorlichting uitleggen.
De student kan de relatie tussen voeding en de principes van veiligheid, hygiëne, ergonomie en duurzaamheid uitleggen en verantwoorden.
De student kan uitleggen hoe het produceren van duurzaam voedsel in zijn werk gaat.
De student legt het belang uit van een duurzame productie van voeding.
De student beschrijft voedingspatronen op basis van cultuur, religie en levensovertuiging en legt de relatie met gezondheid uit.