What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Maandag 12 juni
Bonjour tout le monde!
Jassen uit
mobieltjes in je tas!!!
INLOGGEN in LessonUp
Als de timer is afgelopen begint de les.
timer
3:00
1 / 44
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
44 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Bonjour tout le monde!
Jassen uit
mobieltjes in je tas!!!
INLOGGEN in LessonUp
Als de timer is afgelopen begint de les.
timer
3:00
Slide 1 - Slide
Leerdoel
1. Je kunt de werkwoorden avoir + être + aller + faire in de présent vervoegen.
2. Je kunt een regelmatig werkwoord op -er vervoegen in de présent en in de passé composé
3. Je kunt een bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm zetten.
Slide 2 - Slide
timer
1:00
Slide 3 - Slide
j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
avoir (hebben)
Combineer de juiste vorm van
avoir
met het goede persoonlijk voornaamwoord
ai
as
a
avons
avez
ont
Slide 4 - Drag question
avoir=hebben
il,elle,on
nous
vous
ils,elles
tu
j'
avons
ont
ai
avez
as
a
Slide 5 - Drag question
Vervoeg het werkwoord avoir in de présent
Slide 6 - Open question
le verbe être = zijn
timer
1:00
Slide 7 - Slide
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
être (zijn)
Combineer de juiste vorm van
être
met het goede persoonlijk voornaamwoord
suis
es
est
sommes
êtes
sont
Slide 8 - Drag question
Zet de vervoegingen van het werkwoord 'être' in de goede volgorde.
être
est
sommes
es
êtes
sont
suis
Slide 9 - Drag question
Vervoeg het werkwoord être in de présent
Slide 10 - Open question
Leerdoel
1.
Je kunt de werkwoorden avoir + être i n de présent vervoegen
2. Je kunt een regelmatig werkwoord op -er vervoegen in de présent en in de passé composé
3. Je kunt le garçon / la fille/ l'enfant in het meervoud zetten
4. Je kunt een bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm zetten.
Slide 11 - Slide
Ik heb het leerdoel bereikt.
A
oui
B
non
Slide 12 - Quiz
Les verbes réguliers
regelmatige werkwoorden die eindigen op ER
Slide 13 - Slide
le présent
(de tegenwoordige tijd)
Slide 14 - Slide
Het regelmatige werkwoord op -er in de présent
timer
1:00
Slide 15 - Slide
danser
dansen
Je / J'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
Regelmatige werkwoorden op
-er
in de présent.
dans
e
dans
ent
dans
ons
dans
e
dans
es
dans
ez
Slide 16 - Drag question
Regelmatige werkwoorden
op ER
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
stam + ES
stam + E
stam +ONS
stam +EZ
stam +ENT
Slide 17 - Drag question
Leerdoel
1. Je kunt de werkwoorden avoir + être i n de présent vervoegen
2.
Je kunt een regelmatig werkwoord op -er vervoegen in de présent
en in de passé composé
3. Je kunt le garçon / la fille/ l'enfant in het meervoud zetten
4. Je kunt een bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm zetten.
Slide 18 - Slide
Le passé composé
Le passé composé is het voltooid verleden tijd.
Le passé composé bestaat uit
2 woorden
!!!
Le passé composé =
hulpwerkwoord
+
voltooid deelwoord
Slide 19 - Slide
Le passé composé
Slide 20 - Slide
Le passé composé
Slide 21 - Slide
Choisis le passé composé:
A
vous avez voyagé
B
nous travailler
C
nous avons travaillons
D
nous avons travaillé
Slide 22 - Quiz
Le passé composé (habiter)
A
On a habité
B
On habitions
C
On habite
D
On habitait
Slide 23 - Quiz
Zet in de passé composé
nous (manger) une glace.
Slide 24 - Open question
Leerdoel
1. Je kunt de werkwoorden avoir + être i n de présent vervoegen
2.
Je kunt een regelmatig werkwoord op -er vervoegen
in de présent en
in de passé composé
3. Je kunt le garçon / la fille/ l'enfant in het meervoud zetten
4. Je kunt een bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm zetten.
Slide 25 - Slide
Ik hebhet leerdoel bereikt.
A
oui
B
non
Slide 26 - Quiz
Zet in het meervoud:
le garçon / la fille / l'enfant
Slide 27 - Open question
de / het
le, la, l', les
Slide 28 - Slide
Zet in het meervoud:
le chien / la vache / l'ours
Slide 29 - Open question
Leerdoel
1. Je kunt de werkwoorden avoir + être i n de présent vervoegen
2. Je kunt een regelmatig werkwoord op -er vervoegen in de présent en in de passé composé
3.
Je kunt le garçon / la fille/ l'enfant in het meervoud zetten
4. Je kunt een bijvoeglijk in de juiste vorm zetten.
Slide 30 - Slide
Ik heb het leerdoel bereikt
A
oui
B
non
Slide 31 - Quiz
Slide 32 - Slide
Het bijvoegelijk naamwoord
Slide 33 - Slide
Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
A
Il a les yeux (m) gris
B
il a les yeux grise
C
il a les yeux grises
Slide 34 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
A
Il porte un pull noir.
B
Il porte un pull noire.
C
Il porte un pull noirs.
D
Il porte un pull noires.
Slide 35 - Quiz
Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
A
Le lit est grand.
B
Le lit est grande.
C
Le lit est grands.
D
Le lit est grandes.
Slide 36 - Quiz
Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
A
Les fleurs (v) sont gris
B
Les fleurs sont grise
C
Les fleurs sont grises
Slide 37 - Quiz
Je voegt een e aan het bijvoegelijk naamwoord toe als het zelfstandig naamwoord .... is
A
mannelijk enkelvoud
B
vrouwelijk enkelevoud
Slide 38 - Quiz
Je voegt een s aan het bijvoeglijk naamwoord toe als het zelfstandig naamwoord .... is
A
enkelvoud
B
meervoud
Slide 39 - Quiz
Als het zelfstandig naamwoord mannelijk enkelvoud is, voeg ik ...... toe aan het bijvoeglijk naamwoord.
A
niets
B
een e
C
een s
D
es
Slide 40 - Quiz
Leerdoel
1. Je kunt de werkwoorden avoir + être i n de présent vervoegen
2. Je kunt een regelmatig werkwoord op -er vervoegen in de présent en in de passé composé
3. Je kunt le garçon / la fille/ l'enfant in het meervoud zetten
4.
Je kunt een bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm zetten.
Slide 41 - Slide
Ik hebhet leerdoel bereikt.
A
oui
B
non
Slide 42 - Quiz
Slide 43 - Slide
Slide 44 - Slide
More lessons like this
le 8 jusqu'au 12 avril 2024
April 2024
- Lesson with
51 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Herhalingsweek
June 2024
- Lesson with
48 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
11 september 2020 2 havo
September 2020
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammaire ch.1 2 havo-vwo
October 2018
- Lesson with
10 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
SadS: 4H4V Grammaire du chapitre 1
3 days ago
- Lesson with
41 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
LES 1 PASSË COMPOSÉ UITLEG!
October 2023
- Lesson with
37 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
Test diagnostique grammaire 2h2 Blok 2
January 2021
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
voorbereiding schrijfvaardigheid: grammaire
December 2021
- Lesson with
15 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4