Herhaling hoofdstuk 8 (zelfstandig)

Herhaling hoofdstuk 8
Doorloop zelfstandig de vragen en filmpjes.
Je mag je boek als hulpmiddel gebruiken!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Herhaling hoofdstuk 8
Doorloop zelfstandig de vragen en filmpjes.
Je mag je boek als hulpmiddel gebruiken!

Slide 1 - Slide

Leg uit wat een orgaanstelsel is.
Je mag blz 37 gebruiken

Slide 2 - Open question


Welke functie hoort bij welk orgaanstelsel?
a. Welk orgaanstelsel vervoert stoffen zoals voedingsstoffen, zuurstof en koolstofdioxide?
b. Welk orgaanstelsel laat je organen (samen)werken?  
R, 1p
A
a. ademhalingsstelsel b. bloedvatenstelsel
B
a. ademhalingsstelsel b. zenuwstelsel
C
a. bloedvatenstelsel b. zenuwstelsel
D
a. uitscheidingsstelsel b. zenuwstelsel

Slide 3 - Quiz

Welke twee afvalstoffen ontstaan er bij verbranding?

Slide 4 - Open question

Verbranding:
koolstofdioxide
water
energie
glucose
zuurstof

Slide 5 - Drag question

1.Hoe komt het lichaam aan zuurstof?
2.Hoe komt het lichaam aan glucose?
A
1. Water 2. Eiwitten
B
1. Ingeademde lucht 2. Voeding
C
1. Uit verbranding 2. Uitscheiding
D
1. Ingeademde lucht 2. Verzadigde vetten

Slide 6 - Quiz

Wat is geen uitscheidingsorgaan?
A
Nieren
B
Huid
C
Longen
D
Bloedvaten

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video

Neusademhaling:
1. Meer kans op waarschuwing bij schadelijke gassen

2. Binnenstromende lucht blijft droog bij een
mondademhaling
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
waar nietwaar
D
nietwaar waar

Slide 9 - Quiz


Juist of onjuist
a. Trilhaartjes in het slijmvlies van de luchtpijp houden grote stofdeeltjes tegen.
b. Slijmcellen zitten aan de binnenkant van je neusholte, luchtpijp en bronchiën.
R, 1p
A
a = juist b = juist
B
a = juist b = onjuist
C
a = onjuist b = juist
D
a = onjuist b = onjuist

Slide 10 - Quiz

slijmvlies dat de binnenkant van de neusholte bedekt
verversen van lucht in longen en tracheeën
organen waarmee zoogdieren, vogels en reptielen ademhalen
opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide
haren op het neusslijmvlies; door bewegingen hiervan gaat het slijm naar de keelholte
haren voor in de neusholte die grote stofdeeltjes tegenhouden
neusslijmvlies
ademhaling
longen
gaswisseling
trilharen
neusharen

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Video

kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop

Slide 13 - Drag question

Zuurstofarm -
kleine bloedsomloop
Zuurstofrijk -
grote bloedsomloop
Zuurstofrijk -
kleine bloedsomloop
Zuurstofarm -
grote bloedsomloop

Slide 14 - Drag question

20. Wat is de stroomrichting van de kleine bloedsomloop?
1.
2
3.
4.
5.
Rechterkamer
Longslagader
Longen
Longader
Linkerboezem

Slide 15 - Drag question

Grote bloedsomloop
organen
aorta
holle aders
rechterboezem
linkerkamer

Slide 16 - Drag question

Slide 17 - Video


Welke taken horen bij welk orgaanstelsel?
a. De huid zweet.
b. Vervoert zuurstof naar de spieren.
R, 1p
A
a. ademhalingsstelsel b. spierstelsel
B
a. uitscheidingsstelsel b. bloedvatenstelsel
C
a. zenuwstelsel b. bloedvatenstelsel
D
a. uitscheidingsstelsel b. ademhalingsstelsel

Slide 18 - Quiz

Leverslagader
Poortader
Leverader
Voedingsstofrijk
Zuurstof-rijk
Naar het hart toe
Van het hart af
Zuurstof-arm
Zuurstof-arm

Slide 19 - Drag question


Bekijk de afbeelding van het hart. Wat zijn de juiste namen bij de nummers 1 t/m 4. 
 R, 1p
A
1=holle ader; 2=longslagader; 3=aorta; 4=longader
B
1=holle ader; 2=longslagader; 3=longader; 4=aorta
C
1=holle ader; 2=longader; 3=longslagader; 4=aorta
D
1=longader; 2=longslagader; 3=aorta; 4=holle ader

Slide 20 - Quiz

Klaar!

Slide 21 - Slide