Quiz H21

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Sterk of zwak werkwoord?
'Zwemmen'
A
Sterk
B
Zwak

Slide 2 - Quiz

Sterk of zwak werkwoord?
'lopen'
A
sterk
B
zwak

Slide 3 - Quiz

Sterk of zwak werkwoord?
'werken'
A
sterk
B
zwak

Slide 4 - Quiz

Sterk of zwak werkwoord?
'lezen'
A
sterk
B
zwak

Slide 5 - Quiz

Sterk of zwak werkwoord?
'verbranden'
A
sterk
B
zwak

Slide 6 - Quiz

Wat is de stam van 'verhuizen'?
A
verhuiz
B
verhuis

Slide 7 - Quiz

Wat is de stam van 'verven'?
A
verv
B
verf

Slide 8 - Quiz

Ik heb gelogeerd/ gelogeert.
A
gelogeerd
B
gelogeert

Slide 9 - Quiz

Ik heb dit huis gekocht/ gekoopt/ gekochd
A
gekocht
B
gekoopt
C
gekochd

Slide 10 - Quiz

Tijdens de ramadan......(mogen) je van zonsopgang tot zonsondergang niet eten.
A
mag
B
mocht

Slide 11 - Quiz

Mijn moeder....(toveren) afgelopen Kerst een heerlijk diner op tafe.
A
tovert
B
toverde

Slide 12 - Quiz

Hanneke...(proeven) een klein hapje van het vreemde gerecht.
A
proeft
B
proefte
C
proefd
D
proefde

Slide 13 - Quiz

.....(houden) je wel of niet van kaas op je pasta?
A
houdt
B
houd

Slide 14 - Quiz

Wat is de verleden tijd van tikken?
A
tikten
B
tikden

Slide 15 - Quiz

Wat is de verleden tijd van koken
A
kookden
B
kookten

Slide 16 - Quiz

Welke zin is juist?
A
Houdt je van pizza?
B
Houd je van pizza?

Slide 17 - Quiz

Aan de slag! 

Maak op studiemeter de oefeningen van belangrijke woorden en spelling en grammatica.

Studiemeter - Starrtaal online - Thema 2

Slide 18 - Slide