- De kinderen die moe zijn kijken elkaar vermoeid aan en keren zich naar hun eigenaar in dat huis.
(5 punten)De = lidwoord
Kinderen = zelfstandig naamwoord
die = aanwijzend voornaamwoord
zijn = werkwoord
kijken = werkwoord
elkaar = wederkerig voornaamwoord
en = nevenschikkend voegwoord
keren = werkwoord
zich = wederkerend voornaamwoord
naar = voorzetsel
hun = bezittelijk voornaamwoord
eigenaar = zelfstandig naamwoord
in = voorzetsel
dat = aanwijzend voornaamwoord