3TL Erfelijkheid deel 2


Erfelijkheid deel2 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Erfelijkheid deel2 

Slide 1 - Slide

Mitose
Meiose

Slide 2 - Slide

Mitose
Meiose

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Mitose
Meiose

Slide 5 - Drag question

Kunstmatige selectie
Wij mensen bepalen welke eigenschappen gunstig zijn en gaan daarmee fokken of kweken.








Slide 6 - Slide

geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting
  • geslachtelijke voortplanting → nieuwe genotypen en dus ook fenotypen
→ kunstmatige selectie noem je veredeling

  • ongeslachtelijke voortplanting → zelfde genotype en fenotype 
→stekken, knollen, bollen, weefselkweek, wortelstokken, uitlopers

Slide 7 - Slide

van alles
vragen over hoofdstuk:  Erfelijkheid 

Slide 8 - Slide

Mitose en meiose zijn allebei celdeling
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Wat is het verschil tussen mitose en meiose?
A
Bij mitose worden geslachtscellen gemaakt
B
Bij meiose worden geslachtscellen gemaakt

Slide 10 - Quiz

Waarvan spreken we als het gaat om het sterkste dier overleeft?
A
Isolatie
B
Natuurlijke selectie
C
Kunstmatige selectie

Slide 11 - Quiz

Bevruchting in een lab
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 12 - Quiz

Voortplanting waarbij twee geslachtscellen samenkomen, noemen we.....
A
Mitose
B
Meisose
C
Geslachtelijke voortplanting
D
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 13 - Quiz

Klonen
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 14 - Quiz

Bij welk type voortplanting ontstaat altijd een nieuw genotype?
timer
0:15
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 15 - Quiz

Celdeling waarbij geslachtscellen ontstaan, noemen we
A
Mitose
B
Meisose
C
Geslachtelijke voortplanting
D
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 16 - Quiz

Waardoor ontstaan geen veranderingen in het genotype?
A
Mutaties
B
Geslachtelijke voortplanting
C
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 17 - Quiz

46
Fenotype
nieuw genotype
        
         aantal chromosomen
            23 chromosomen
Zaadcel

Slide 18 - Drag question

De 1e cavia heeft een bruine vacht, is homozygoot voor de vachtkleur. Bruin is dominant. 
De 2e cavia heeft een witte vacht en is ook homozygoot.  
De 'andere cavia' is ook bruin maar deze heeft een ander genotype dan de 1e cavia.  Welk genotype hebben de cavia's?



Bb
BB
bb
'Andere cavia'

Slide 19 - Drag question

                                              De evolutietheorie gaat uit van:

1. variatie in        .................. 

2.      ......................             selectie

3. het       .....................           van nieuwe soorten en    ..........................       van soorten
Bij evolutie speelt ook  de     ..................................   in het genotype bij een soort een rol.
                        In elk soort komen in het genotype  ................................     verschillen voor. 

Soms is zo'n verschil handig om te ................................ 

ontstaan

natuurlijke

overleven

verandering

verdwijnen

genotype

toevallige

Slide 20 - Drag question

Een homozygote plant voor de eigenschap 
van gele bloemen. Als je niet meer aan info hebt, 
wat kan het genotype van de plant dan zijn?



Bb en Bb
BB en bb
Alleen bb
Alleen BB

Slide 21 - Drag question

Wat zeggen ze in Brabant als ze weg gaan?
A
Houdoe
B
Doei
C
Dikke doei
D
Daaag

Slide 22 - Quiz

MERRY CHRISTMAS!!

Slide 23 - Slide