dag 2

Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema Eten.
Schrijf het woord op en ook de betekenis.

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema Eten.
Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 1 - Slide

aanbevolen
  • iets waar over gezegd is dat het erg goed is;
  • iemand waar over gezegd is dat deze persoon goed is;
  • Zin: De aanbevolen hoeveelheid fruit per dag is 2 stuks.
  • Zin: Dit hotel wordt aanbevolen door veel mensen. Dit hotel is dus goed.

Slide 2 - Slide

aanzienlijk
  • groot;
  • erg;
  • belangrijk;
  • zin: Op dit moment zijn er aanzienlijk veel problemen met de laptops. Er zijn veel laptops stuk.

Slide 3 - Slide

besparen
  • minder uitgeven;
  • minder gebruiken;
  • Werkwoord: ik bespaar, hij bespaart, wij besparen;
  • Zin: Als je geld wilt besparen, moet je goedkope kleding kopen.

Slide 4 - Slide

bevatten
  • in zich hebben;
  • bij eten kan je zien wat er allemaal in zit (zie foto);
  • Zin: Appels bevatten veel vitaminen.
  • zin: Cola bevat veel suiker. Dat is ongezond!

Slide 5 - Slide

gevarieerd
  • als iets uit verschillende dingen bestaat;
  • ander woord: verschillende
  • zin: Het is belangrijk om gevarieerd te eten. Als je altijd hetzelfde eet, is dat niet gezond.

Slide 6 - Slide

Vul aan:
Ik kan aanzienlijk goed......

Slide 7 - Open question

Waar wordt het woord
aanbevolen
goed gebruikt?
A
Het wordt aanbevolen elke dag fruit te eten. Fruit is slecht voor je.
B
Het wordt aanbevolen om elke week te sporten. Sporten is slecht voor je gezondheid.
C
Het wordt aanbevolen om elke dat pizza te eten. Pizza is gezond.
D
Het wordt aanbevolen om elke avond goed te slapen. Dat is goed voor je lichaam.

Slide 8 - Quiz

Waar wordt het woord
besparen
goed gebruikt?
A
Als je geld wilt besparen, moet je dure kleding kopen.
B
Als je geld wilt besparen, moet je goed naar de reclame kijken.
C
Als je geld wilt besparen, moet je veel geld uitgeven.
D
Als je geld wilt besparen, moet je geld aan andere mensen geven.

Slide 9 - Quiz

Waar zie je een gevarieerde maaltijd?
A
B
C
D

Slide 10 - Quiz

Maak een zin met de woorden:
bevatten - melk

Slide 11 - Open question

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 12 - Slide

Het wordt ............... dat je niveau A2 hebt als je naar een nieuwe school gaat.

Slide 13 - Open question

De hoeveelheid suiker is ................. in cola.

Slide 14 - Open question

Ik wil graag geld .............. Kan jij mij helpen hoe ik dat kan doen?

Slide 15 - Open question

Cola ................ heel veel suiker.

Slide 16 - Open question

Als je gezond wilt eten, is het belangrijk om ................ te eten.

Slide 17 - Open question

Zinnen maken

Het rad draait een naam, zie je jouw naam dan maak je een zin met een van de woorden.

aanbevolen, aanzienlijk, besparen, bevatten en gevarieerd.

Slide 18 - Slide