Omgangskunde cirissituaties

Crisissituaties
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Crisissituaties

Slide 1 - Slide

Programma
Verschillende crisissen
Oorzaken en kenmerken van trauma
Hoe bereidt je je voor op een crisis
Handelen in een crisissituatie in het pedagogisch werk
Cliënten opvangen
Voorkomen
Sociale ondersteuning

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les kan/weet je:
 verschillende crisissen benoemen
hoe je als PW-er moet handelen in een crisis
 verschillende preventieve maatregelen noemen

Slide 3 - Slide

Wat voor soorten crisis kennen jullie allemaal?

Slide 4 - Open question

Voorbeelden
Coronacrisis
Klimaatcrisis
Economische crisis
vluchtelingen crisis

Slide 5 - Slide

Betekenis van het woord
De betekenis van het woord crisis is: kritiek punt of keerpunt. 
Het is een omschrijving voor een situatie waar het functioneren ernstig wordt verstoord. 

IN het pedagogisch werk ken je twee soorten crisis, een persoonlijke crisis bij cliënt of collega en een organisatiecrisis. 

Slide 6 - Slide

Persoonlijke crisis

Een persoonlijke crisis is een ernstige plotselinge verstoring van het dagelijks leven als gevolg van een emotioneel ingrijpende gebeurtenis
Organisatiecrisis

Een plotselinge en onverwachte noodsituatie die gevaar oplevert voor medewerkers, cliënten en/of de organisatie

Slide 7 - Slide

Waar denken jullie aan bij het woord 'persoonlijke crisis'

Slide 8 - Mind map

Persoonlijke crisis
  • Er is sprake van een situatie die diep ingrijpt in iemands leven
  • De betrokkene raakt een korte of lange periode uit evenwicht   (lichamelijk,  psychisch en sociaal)
  • Het lukt de betrokkene niet om dit evenwicht op de gebruikelijke manier   te herstellen. De betrokkene heeft meer tijd nodig dan gewoonlijk en       moet meer en andere geestelijke inspanningen plegen. 
  • Er is sprake van psychische nood en er is vaak psychische zorg nodig

Slide 9 - Slide

Voorbeelden van een persoonlijke crisis
Het overlijden van iemand in de naaste omgeving (ouder, kind, vrienden, collega's)
Ernstig ziek worden of beperkt raken. 
Slachtoffer zijn van (seksueel) geweld, overval, agressie op straat of kindermishandeling. 
Slachtoffer zijn van een ernstig ongeval. 

Slide 10 - Slide

Waar denken jullie aan bij het woord 'organisatiecrisis'

Slide 11 - Mind map

Kenmerken organisatiecrisis
Het komt meestal onverwacht
De gebeurtenis heeft korte of lange tijd grote impact op het functioneren van de organisatie
Er is sprake van schade voor de organisatie.
De media bericht over de crisis (negatief)
Om schade te voorkomen is snel handelen nodig. 

Slide 12 - Slide

Wat kunnen voorbeelden zijn van een organisatiecrisis?

Slide 13 - Open question

Voorbeelden
  • Langdurige arbeidsconflicten of onvrede onder het personeel
  • Falende ICT, langdurige uitval van het computernetwerk. 
  • Een geweldsmisdrijf binnen de organisatie gepleegd door een ouder,   medewerker of jongere.
  • Gijzeling, ontvoering, afpersing, chantage of fraude van of door een    jongere, medewerker of iemand uit de directie. 
  • Een natuurramp, bijvoorbeeld een overstroming of aardbeving. 

Slide 14 - Slide

Crisis naar trauma
Niet iedereen komt goed door een crisis heen, soms heeft het jaren later nog gevolgen op een persoon. We spreken dan van een trauma. 

Trauma = verwonding

Een trauma kan zowel psychisch als lichamelijk zijn

Psychotrauma = een heftige psychische en lichamelijke reactie na een ingrijpende gebeurtenis

Slide 15 - Slide

Alewijn en zijn opa zijn altijd dikke vriendjes geweest. Ze wonen vlak bij elkaar, delen elkaars geheimpjes en grapjes en gaan vaak met z'n tweeën er op uit. Kort voor zijn 70e verjaardag krijgt opa een hartaanval en overlijdt. 

Slide 16 - Slide

Als de school van Kim uit is, is haar moeder er niet om haar op te halen. Kim begrijpt er niets van. Ze haalt zich van alles in haar hoofd. Haar juf neemt haar weer mee naar binnen en belooft te gaan bellen. Zover komt het niet: De buurvrouw is er opeens: Er is brand uitgebroken bij Kim thuis en haar mama ligt in het ziekenhuis

Slide 17 - Slide

Reactie van een kind
Hoe kinderen met een situatie omgaan heeft te maken het hun veerkracht en hoe het kind in het leven staat.
De leeftijd van het kind, wat begrijpt een kind precies van de situatie? 
Hoe anderen in de omgeving reageren om de crisissituatie. 
De mate waarin het kind steun krijgt van anderen. 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Crisissituaties in het pedagogisch werk

Persoonlijke crisis bij kinderen, bij ouders of bij collega's. 

Slide 20 - Slide

Wat zijn aandachtspunten voor een PW-er in een crisissituatie?

Slide 21 - Open question

Aandachtspunten
Kalm blijven
Voorbereiden op een eventuele crisis
Flexibel zijn
Gewone werkzaamheden door laten gaan
Prioriteiten stellen
Heb aandacht voor de emoties van kinderen
Betrek kinderen bij het zoeken naar oplossingen

Slide 22 - Slide

Cliënten opvangen
Het is belangrijk dat je bij een crisissituatie goed inspeelt op de reacties van kinderen en jongeren. Op die manier kan je erger voorkomen​


Je voorkomt dat kinderen en jongeren er langdurig last van blijven houden​
Je voorkomt dat kinderen en jongeren elkaar ’emotioneel besmetten’ ofwel elkaars emoties overnemen


Slide 23 - Slide

Bied structuur en wees duidelijk. Door kinderen en jongeren structuur te bieden geef je ze houvast​
 

Stel kinderen gerust, merk je dat ze in paniek raken leid ze dan af. ​
Treed handelend op en bescherm de kinderen tegen een confrontatie met al te indringende en nare beelden. ​
Stel duidelijke grenzaen wanneer een kind in bepaald gedrag blijft steken. Je dwingt hem op die manier anders met zijn gevoel om te gaan en voorkomt zo emotionele besmetting​


Bied structuur en wees duidelijk. Door kinderen en jongeren structuur te bieden geef je ze houvast​
 

Stel kinderen gerust, merk je dat ze in paniek raken leid ze dan af. ​

Treed handelend op en bescherm de kinderen tegen een confrontatie met al te indringende en nare beelden. 

Stel duidelijke grenzen wanneer een kind in bepaald gedrag blijft steken. Je dwingt hem op die manier anders met zijn gevoel om te gaan en voorkomt zo emotionele besmetting​


Slide 24 - Slide

Lezen
Lees paragraaf 17.7 en 17.8 door en maak vervolgens de opdrachten uit het werkboek

Slide 25 - Slide