Unité 2: Moi et les autres - apprendre 1, 2, 3 , 4&6 en cijfers th1
1 / 34
Lesson duration is: 10 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
de broer
de kat
de hond
de vis
de zus
het meisje
de dag
de familie
la famille
le frère
la soeur
le chien
le chat
le poisson
le jour
la fille
Slide 3 - Drag question
Les vacances
La famille
les animaux
la soeur
la plage
le chat
le père
la mer
le cousin
le chien
la piscine
le frère
Slide 4 - Drag question
la soeur
A
de broer
B
de vriendin
C
de dochter
D
de zus
Slide 5 - Quiz
le grand-père
A
de vader
B
de oma
C
de opa
D
de grootouders
Slide 6 - Quiz
la mère
A
de moeder
B
de vader
C
de broer
D
de zoon
Slide 7 - Quiz
l'enfant
A
de zoon
B
de dochter
C
het kind
D
de hond
Slide 8 - Quiz
le frère
A
de oom
B
de broer
C
de zoon
D
de dochter
Slide 9 - Quiz
le chien
A
de familie
B
de grootouders
C
de hond
D
de nicht
Slide 10 - Quiz
le fils
A
de dochter
B
het meisje
C
de familie
D
de zoon
Slide 11 - Quiz
AVOIR
Wat weet je van het werkwoord
avoir ?
avoir ?
Slide 12 - Mind map
j' ___
A
a
B
as
C
ai
D
ont
Slide 13 - Quiz
vous ___
A
avons
B
avez
C
as
D
ont
Slide 14 - Quiz
il ___
A
ont
B
a
C
as
D
avons
Slide 15 - Quiz
Ken jij de getallen al in het Frans? Sleep de Franse getallen naar de juiste cijfers!
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
dix-neuf
vingt
douze
seize
quinze
onze
dix-huit
quatorze
dix-sept
treize
Slide 16 - Drag question
elles ___
A
as
B
a
C
ont
D
avez
Slide 17 - Quiz
nous ___
A
ont
B
avez
C
ai
D
avons
Slide 18 - Quiz
sept
A
3
B
5
C
7
D
9
Slide 19 - Quiz
quinze
A
12
B
16
C
14
D
15
Slide 20 - Quiz
huit
A
10
B
4
C
8
D
9
Slide 21 - Quiz
20
A
vingt
B
cinq
C
seize
D
onze
Slide 22 - Quiz
12
A
deux
B
douze
C
trois
D
onze
Slide 23 - Quiz
19
A
neuf
B
dix-sept
C
dix
D
dix-neuf
Slide 24 - Quiz
14
A
quatroze
B
quatre
C
quinze
D
quatorze
Slide 25 - Quiz
marié(e)(s)
A
getrouwd
B
gescheiden
C
de nicht
D
het geluk
Slide 26 - Quiz
à la maison
A
de dag
B
het paard
C
thuis
D
handig
Slide 27 - Quiz
la chance
A
alleen
B
de dag
C
beste
D
het geluk
Slide 28 - Quiz
gescheiden
A
divorcé(e)(s)
B
la chance
C
seul
D
meilleur
Slide 29 - Quiz
à la campagne
A
schattig
B
de dag
C
thuis
D
op het platteland
Slide 30 - Quiz
le demi-frère
A
de halfbroer
B
de broer
C
de opa
D
de zus
Slide 31 - Quiz
alleen
A
le cheval
B
pratique
C
seul
D
le jour
Slide 32 - Quiz
le cheval
A
het paard
B
thuis
C
de hond
D
de kat
