What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Hoofdstuk 1
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Chapitre 1
ga zitten volgens de plattegrond van de mentor
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
les questions
ik stel een vraag aan iemand
die persoon geeft antwoord
zegt een naam van een klasgenoot->en stelt de volgende vraag
Slide 4 - Slide
les questions
question 1:
comment tu t'appelles?
question 2:
Tu habites où?
question 3:
Bonjour, ça va?
question 4:
C'est quoi Noordwijk?
Slide 5 - Slide
les questions
question 5:
Et toi tu as quel âge?
question 6:
Quel est ton numéro de téléphone?
question 7:
Tu as un frère?
question 8:
Au revoir !
Slide 6 - Slide
Het lidwoord
Wat is een lidwoord?
Welke lidwoorden heb je in het frans?
Waar kijk je naar om het te vervangen door "een"
Slide 7 - Slide
Lidwoorden
de / het
een
mannelijk
le / l'
un
vrouwelijk
la / l'
une
meervoud
les
-
Slide 8 - Slide
het werkwoord Avoir
vertaling?
Slide 9 - Slide
avoir
=
hebben
Avoir: il,elle,on
Avoir: nous
Avoir: vous
Avoir: ils,elles
Avoir: tu
Avoir: j'
avons
ont
ai
avez
as
a
Slide 10 - Drag question
j'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont
Combineer de juiste vorm van 'avoir' met het onderwerp
Grammaire 'Avoir'
ik heb
jij hebt
hij/zij/men heeft / we hebben
wij hebben
u heeft, jullie hebben
zij hebben
Slide 11 - Drag question
AVOIR
Slide 12 - Slide
Ken jij de getallen al in het Frans? Sleep de Franse getallen naar de juiste cijfers!
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
dix-neuf
vingt
douze
seize
quinze
onze
dix-huit
quatorze
dix-sept
treize
Slide 13 - Drag question
op vakantie
A
les vacances
B
la vacances
C
en vacances
D
vacances
Slide 14 - Quiz
cool
A
geniaal
B
te gek
C
veel
D
waarom
Slide 15 - Quiz
bizarre
A
maar
B
nu
C
er is
D
vreemd
Slide 16 - Quiz
Wat zijn de persoonlijke voornaamwoorden in het Frans?
A
Nous
B
Il/Elle
C
Je
D
Tu
Slide 17 - Quiz
Wat zijn de vertalingen van de persoonlijke voornaamwoorden?
A
Tu = Jij
B
Je = Jij
C
Il/Elle = Hij/Zij
D
Nous = Wij
Slide 18 - Quiz
Wat is de betekenis van het werkwoord 'avoir' in het Frans?
A
zijn
B
zien
C
doen
D
hebben
Slide 19 - Quiz
Welke vorm van 'avoir' wordt gebruikt in de zin 'Nous ... un chien'?
A
as
B
ai
C
ont
D
avons
Slide 20 - Quiz
Welke vorm van 'avoir' wordt gebruikt in de zin 'Il ... un chien'?
A
as
B
ai
C
a
D
avons
Slide 21 - Quiz
Welke vorm van 'avoir' wordt gebruikt in de zin 'Tu ... un chien'?
A
as
B
ai
C
a
D
avons
Slide 22 - Quiz
Les vacances
La famille
les animaux
la soeur
la plage
le chat
le père
la mer
le cousin
le chien
la piscine
le frère
Slide 23 - Drag question
Ga nu leren met
Slim Stampen
Slide 24 - Slide
More lessons like this
Hoofdstuk 1
October 2023
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Hoofdstuk 1: herhaling
November 2024
- Lesson with
29 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Frans 1MHV voca + grammaire CH 0 + 1
October 2023
- Lesson with
39 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
1H - oefentoets chapitre 1 - voca, grammaire, p.c.
May 2023
- Lesson with
47 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Chapitre 1 Formatief toets
October 2024
- Lesson with
46 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Semaine 3 cours 3 : tu as quel âge ?
September 2022
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Voorbereiding toets Chapiter 0 et 1
October 2024
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
mha1 chap1 laatste
October 2024
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1