Formatieve toets - Thema 5 - Waarnemen, gedrag en regeling - BS 1, 2, 3, 6

Formatieve toets - Thema 5 - Waarnemen, gedrag en regeling - BS 1, 2, 3, 6
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Formatieve toets - Thema 5 - Waarnemen, gedrag en regeling - BS 1, 2, 3, 6

Slide 1 - Slide

Een zintuig is een orgaan dat impulsen opvangt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Bloedvaten komen voor in de kiemlaag van de huid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

In het spookhuis worden hun pupillen klein.
Hoe heet deze reactie?

Slide 4 - Open question


A
2
B
4
C
6
D
7

Slide 5 - Quiz

In het spookhuis voelen ze plotseling een ijskoude draad over hun lijf gaan. De meiden gillen van angst.
Met welke twee zintuigen nemen ze de ijskoude draad waar?

Slide 6 - Open question

Als je vanuit een kelder naar buiten in de zon stapt, wat gebeurt er dan met de pupil?
A
Hij wordt groter, zodat er meer licht op je netvlies valt.
B
Hij wordt groter, zodat er minder licht op je netvlies valt.
C
Hij wordt kleiner, zodat er meer licht op je netvlies valt.
D
Hij wordt kleiner, zodat er minder licht op je netvlies valt.

Slide 7 - Quiz

Welk product uit de huid houdt de hoornlaag soepel?

Slide 8 - Open question

Barbara heeft bruine ogen.
Dat komt doordat haar pupillen bruingekleurd zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Door glucagon wordt de bloedsuikerspiegel
A
Hoger
B
Lager

Slide 10 - Quiz

Waar worden de hormonen gemaakt die de bloedsuikerspiegel regelen?

Slide 11 - Open question

De buis van Eustachius verbindt de trommelholte met de keelholte.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Enkele delen van een oog zijn het harde oogvlies, de iris, het netvlies en de pupil.
Als je iemand aankijkt, wel deel kunt je dan niet zien?
A
De iris.
B
De pupil.
C
Het harde oogvlies.
D
Het netvlies.

Slide 13 - Quiz

Henk neemt een tatoeage.
In welke laag van de huid moet de tatoeage aangebracht worden om te blijven zitten?
A
In de hoornlaag
B
In de kiemlaag
C
In de lederhuid
D
In het onderhuidse bindweefsel

Slide 14 - Quiz

Welk hormoon wordt er gemaakt bij een te hoge bloedsuikerspiegel?

Slide 15 - Open question

In een oor kunnen geluidstrillingen door onder andere de gehoorbeentjes, de gehoorgang en het trommelvlies gaan.
Wat is de juiste volgorde van deze delen, van buiten het oor naar binnen?
A
Gehoorbeentjes – gehoorgang – trommelvlies
B
Gehoorgang – gehoorbeentjes – trommelvlies
C
Gehoorgang – trommelvlies – gehoorbeentjes
D
Trommelvlies – gehoorgang – gehoorbeentjes

Slide 16 - Quiz

Zet in de juiste volgorde.
1.
2.
3.
4.
Een impuls gaat naar de hersenen.
Een lage temperatuur bereikt de koudezintuigen.
Het meisje neemt waar dat het water koud is.
Koudezintuigen zetten prikkels om in impulsen

Slide 17 - Drag question

Welk hormoon wordt er gemaakt bij een te lage bloedsuikerspiegel?

Slide 18 - Open question

Hoe heet onderdeel 12?

Slide 19 - Open question

Hoe heet onderdeel 9?

Slide 20 - Open question

Hoe heet onderdeel 6?

Slide 21 - Open question

Hoe heet onderdeel 9?

Slide 22 - Open question

Welk deel van het oog zorgt ervoor dat er impulsen naar de hersenen worden gestuurd, zodat je kunt zien?
A
Het hoornvlies
B
De iris
C
Het netvlies
D
Het vaatvlies

Slide 23 - Quiz

Hoe heet onderdeel 1?

Slide 24 - Open question

In de afbeelding is een doorsnede van de huid en van het onderhuidse bindweefsel schematisch getekend.
Met welk nummer is een zweetklier aangegeven?

Slide 25 - Open question

In de afbeelding is een doorsnede van de huid en van het onderhuidse bindweefsel schematisch getekend.
Met welk nummer is de kiemlaag aangegeven?

Slide 26 - Open question