This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
PROEFWERK
Taalverzorging
3F
Slide 1 - Slide
Het proefwerk bestaat uit 5 onderdelen.
Voor elk onderdeel staat hoeveel punten
je ervoor kunt halen.
In het totaal kun je 80 punten halen.
Het proefwerk telt 5 keer mee.
Slide 2 - Slide
Spelling werkwoorden
Aantal vragen: 8
Aantal te scoren punten: 16
Slide 3 - Slide
Zijn de werkwoorden in onderstaande zin juist gespeld?
Beantwoordt jij die e-mail? Dan bereid ik me voor op de presentatie
A
Ja, beide zijn juist gespeld.
B
Nee, alleen het eerste is juist gespeld.
C
Nee, alleen het tweede is juist gespeld.
D
Nee, beide zijn fout gespeld.
Slide 4 - Quiz
Vul de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd in.
Door de weelderige plantengroei (slibben)... de sloot dicht.
A
slibte
B
slibten
C
slibde
D
slibden
Slide 5 - Quiz
Maak van het werkwoord een bijvoeglijk naamwoord in de zin.
De (afbranden)... gebouwen worden waarschijnlijk niet meer opgebouwd.
Slide 6 - Open question
Welk voorzetsel hoort op de lege plek in de zin?
Ben jij bekend ___ dat computerprogramma?
A
bij
B
met
C
over
D
van
Slide 7 - Quiz
In welke zin staat een wederkerend voornaamwoord?
A
Mijn opa herinnert zich weinig van vroeger.
B
Jij bent echt stukken groter dan ik.
C
Hij beseft dat dit een verkeerde keuze is geweest.
D
Stefan haalt je vanavond op bij de sportschool.
Slide 8 - Quiz
Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes.
Vorig jaar ontvingen veel mensen een boete, omdat ze illegaal films (downloaden)...
Slide 9 - Open question
In welke zin is het voltooid deelwoord goed gespeld?
A
In London hebben we de London Zoo bezocht.
B
In de moestuin zijn allerlei soorten groenten gepland.
C
Zij hebben in een hokje voor de regen geschuilt.
D
Het mooie weer is opeens verandert in onweersbuien.
Slide 10 - Quiz
Vul de juiste vorm van het werkwoord in de voltooide tijd in.
Ik heb mijn nieuwe tablet nog nooit (updaten)...
Slide 11 - Open question
Spelling niet-werkwoorden
Aantal vragen: 7
Aantal te scoren punten: 14
Slide 12 - Slide
Lees het woord. Schrijf het woord nog eens op en zet streepjes op alle plaatsen waar je het woord kunt afbreken.
vooruitdenken
Slide 13 - Open question
Zijn de woorden in hoofdletters goed gespeld?
In het GEBOORTENHUIS worden ook veel BABYARTIKELEN verkocht.
A
Ja, beide zijn juist gespeld.
B
Nee, alleen het eerste is juist gespeld.
C
Nee, alleen het tweede is juist gespeld.
D
Nee, beide zijn fout gespeld.
Slide 14 - Quiz
Zet de woorden in hoofdletters in het meervoud.
Ik heb zojuist twee PARAGRAAF gelezen over de economische CRISIS in de vorige eeuw.
Slide 15 - Open question
Zijn de woorden in hoofdletters goed gespeld?
Veel FREELANCERS werken met DEADLINES om een duidelijke planning te kunnen maken.
A
Ja, beide zijn juist gespeld.
B
Nee, alleen het eerste is juist gespeld.
C
Nee, alleen het tweede is juist gespeld.
D
Nee, beide zijn fout gespeld.
Slide 16 - Quiz
Zet de woorden in hoofdletters in het meervoud.
De INSTRUCTEUR van mijn sportschool zijn geen LUIWAMMES.
Slide 17 - Open question
In welke zin zijn de woorden tussen vierkante haken allebei goed gespeld?
A
Vandaag begint de [rechtszaak] tegen de frauderende [caissière].
B
Het personeel zag het [falissement] al van [mijlenver] aankomen.
C
[Aggresieve] honden hebben een man aangevallen op een [buurtbarbecue].
D
In de [bibliotheek] kun je van de meeste romans een [uitreksel] lenen.
Slide 18 - Quiz
Je ziet twee woorden. Hoe schrijf je de samenstelling van deze woorden?
oud minister
A
oud minister
B
oud'minister
C
oudminister
D
oud-minister
Slide 19 - Quiz
Leestekens
Aantal vragen: 5
Aantal te scoren punten: 14
Slide 20 - Slide
Achter welk woord moet een punt (.) worden gezet?
Het personeel werd van tevoren INGELICHT over de REORGANISATIE zodat niemand voor verrassingen kwam te STAAN toch was het voor iedereen MOEILIJK om de officiële mededeling in de krant te lezen
A
ingelicht
B
reorganisatie
C
staan
D
moeilijk
Slide 21 - Quiz
In welke zin staan de hoofdletters goed?
A
De heer van Megen heeft een afspraak met Anne Beth de Jager op het Hoofdkantoor.
B
De heer Van Megen heeft een afspraak met Anne Beth De Jager op het hoofdkantoor.
C
De Heer van Megen heeft een afspraak met Anne Beth de Jager op het hoofdkantoor.
D
De heer Van Megen heeft een afspraak met Anne Beth de Jager op het hoofdkantoor.
Slide 22 - Quiz
Neem de zin over en plaats waar nodig hoofdletters.
het boek tikkop van adriaan van dis speelt zich af in zuid-afrika.
Slide 23 - Open question
In welke zin staan de aanhalingstekens ('...') goed?
A
Wat ben je toch weer grappig! Misschien moet 'je' je opmerkingen voor je houden.
B
Wat ben je toch weer grappig! Misschien moet je je opmerkingen 'voor je houden'.
C
Wat ben je toch weer 'grappig'! Misschien moet je je opmerkingen voor je houden.
D
Wat ben je 'toch' weer grappig! Misschien moet je je opmerkingen voor je houden.
Slide 24 - Quiz
Neem de zin over en zet op de juiste plaats een komma.
Als je vanmiddag iets eerder thuiskomt kunnen we samen naar de film.
Slide 25 - Open question
Neem de zin over en plaats hoofdletters en leestekens.
johan cruijff zei ooit als je niet kan winnen moet je zorgen dat je niet verliest
Slide 26 - Open question
Formuleren
Aantal vragen: 9
Aantal te scoren punten: 21
Slide 27 - Slide
In de zin staat een pleonasme. Welk woord mag je weglaten?
De voetballer lokt opzettelijk een reactie uit van zijn tegenstanders, zodat ze direct afgeleid worden van de wedstrijd.
A
opzettelijk
B
tegenstanders
C
direct
D
wedstrijd
Slide 28 - Quiz
In deze zin is sprake een stijlfout. Welke?
De studieadviseur raadde me af niet alleen brochures te bekijken bij de keuze van een vervolgopleiding.
A
contaminatie
B
tautologie
C
onjuiste herhaling
D
dubbele ontkenning
Slide 29 - Quiz
In welke zin staat een contaminatie?
A
Voor mijn website heb ik een grafisch ontwerper in de armen genomen.
B
Bij het verdelen van de taken is
hij altijd haantje de voorste.
C
Kun je het contract voor het
einde van de maand tekenen?
D
Bij de aanvraag van subsidies
wordt rekening gehouden met
het verzamelinkomen.
Slide 30 - Quiz
In deze zin is sprake een stijlfout. Welke?
Voor hem heb ik eerder een project uitgevoerd, maar dat was echter geen succes.
A
contaminatie
B
tautologie
C
onjuiste herhaling
D
dubbele ontkenning
Slide 31 - Quiz
Welk woord ontbreekt?
Volgens ___ is de wedstrijd een uitgemaakte zaak en kunnen we niet meer winnen.
A
hij
B
zij
C
hen
D
hun
Slide 32 - Quiz
Welk woord ontbreekt?
De discotheek moet volgende week sluiten, want ___ is pas failliet verklaard.
A
hij
B
zij
C
het
D
dat
Slide 33 - Quiz
In welke zin staat een correcte beknopte bijzin?
A
Onderuitgezakt op de bank,
stond de televisie al uren aan.
B
Gereed voor de start, wachtte Rick op het startsein van de scheidsrechter.
C
Huilend van het lachen, rolden de tranen over Anna's wangen.
D
Na onderweg uren gelezen te hebben, was het boek bij aankomst uit.
Slide 34 - Quiz
Je ziet de eerste helft van de zin. Wat is een goed einde van de zin?
Eerder deze week heb ik een laptop besteld,
A
en verwacht ik hem snel
te ontvangen.
B
en zal ik die snel
ontvangen.
C
en ik verwacht hem snel
te ontvangen.
D
en zal ik hem snel ontvangen.
Slide 35 - Quiz
Je ziet de eerste helft van de zin. Wat is een goed einde van de zin?
Om dit jaar op vakantie te kunnen,
A
is het van groot belang dat ik een bijbaantje vind en om een deel
van mijn spaargeld te gebruiken.
B
is het van groot belang om een bijbaantje te vinden en een deel
van mijn spaargeld gebruik.
C
is het van groot belang dat ik een bijbaantje vind en een deel van
mijn spaargeld te gebruiken.
D
is het van groot belang dat ik een bijbaantje vind en dat ik een deel van mijn spaargeld gebruik.