Latijn_ klas 1 _ online

Vrijdag 8 januari
Doel: opfrissen wat je al hebt geleerd
- gebruik ablativus
- herkennen van de verbuigingsgroepen
1 / 54
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vrijdag 8 januari
Doel: opfrissen wat je al hebt geleerd
- gebruik ablativus
- herkennen van de verbuigingsgroepen

Slide 1 - Slide

Wat is de functie van een woord in de nominativus?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 2 - Quiz

Wat is de functie van een woord in de accusativus?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 3 - Quiz

Wat is de functie van een woord in de dativus?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 4 - Quiz

Op welke vragen geeft een
bijw. bep antwoord?

Slide 5 - Mind map

Geef voorbeelden
van voorzetsels

Slide 6 - Mind map

Voor een woord in de ablativus staat altijd een voorzetsel
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Welke woorden kan je
bij een ablativus aanvullen?

Slide 8 - Mind map

Wat is de functie van een woord in de ablativus?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 9 - Quiz

timer
1:00
Verbuigingsgroep 1
Verbuigingsgroep 2
Verbuigingsgroep 3
arbor
puer
servus
femina
rex
flumen
filius
aqua
donum

Slide 10 - Drag question

timer
1:00
Verbuigingsgroep 1
Verbuigingsgroep 2
Verbuigingsgroep 3
matres
lecto
arboribus
puellam
flumina
deos
dono
loci
regi

Slide 11 - Drag question

timer
1:00
nominativus
accusativus
dativus
ablativus
regibus
matres
regibus
matres
servis
puero
puero
femina
femina
rex
donum
donum

Slide 12 - Drag question

Aan de slag!
Maak mandatum 23, p. 75 hulpboek
We bespreken zin 1+2

Slide 13 - Slide

Huiswerk
maandag 2e uur:
Maken mandata 23, p. 75 + opdrachten 21 t/m23, p. 24
Leren rijtjes p. 74 (álle naamvallen) + woorden les 1+2+3 (t/m in), p. 115

Slide 14 - Slide

Maandag 11 januari
- maken en bespreken mandatum 23, p.75
- Verhaal: het ontstaan van Rome
Doel: vertalen van de ablativus in een zin

Slide 15 - Slide

Wie zie je?

Slide 16 - Open question

Hoe heette de vader van Romulus en Remus?
A
Numitor
B
Mars
C
Faustulus
D
Henkus

Slide 17 - Quiz

Hoe heette de moeder van Romulus en Remus?

Slide 18 - Open question

Wie is uiteindelijk koning geworden in Alba Longa?
A
Amulius
B
Numitor

Slide 19 - Quiz

Huiswerk
Vrijdag 7e uur
(Af)maken mandata 23, p. 75 + opdrachten 21 t/m23, p. 24
Vertalen tekst Regnum, p. 27 tekstboek t/m regel 8 (Palatino)
Leren rijtjes p. 74 (álle naamvallen) + woorden les 1+2+3 (t/m primum), p. 115

Slide 20 - Slide

Vrijdag 15 januari
- Toetsstof
- Nakijken opdrachten 21 t/m23, p. 24 hulpboek

+  tekst Regnum p. 27 tekstboek t/m regel 8 (t/m Palatino)
- Kahoot!

Slide 21 - Slide

Toetsstof
Les 1 t/m 3
:

-grammatica (hulpboek blz. 64, 66, 68, 70, 72, 74);
-woorden (tekstboek blz. 23, 25, 27);
-cultuur (tekstboek blz. 22, 24, 26, 28)


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Naar welke stad gingen Romulus en Remus?

Slide 26 - Open question

Aventijn
Palatijn
Romulus
Remus

Slide 27 - Drag question

Huiswerk
Maandag 2e uur:
Vertalen tekst Regnum t/m regel 15
Maken Drill les 3
Leren woorden en grammatica les 3

Slide 28 - Slide

Regel 10-12
Romulus in urbe mandata inter viros dividit, dum Remus cum feminis et pueris ad flumen accedit.

Slide 29 - Slide

Regel 10-12
Romulus in urbe mandata inter viros dividit,| dum Remus cum feminis et pueris ad flumen accedit.||

Slide 30 - Slide

Wat vertaal je altijd als eerste in de zin?
A
PV
B
onderwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijw. beo.

Slide 31 - Quiz

Romulus in urbe mandata inter viros dividit - in welke naamval staat 'viros' en waarom?

Slide 32 - Open question

Regel 12-14
Ad flumen pueri arundinem colligunt.
Feminae arundinem in urbem portant.
Viri arundine tecta casis faciunt.

Slide 33 - Slide

Regel 12-14
Ad flumen pueri arundinem colligunt.
Feminae arundinem in urbem portant.
Viri arundine tecta casis faciunt.

Slide 34 - Slide

Wat betekent 'in' als het woord erachter in de accusativus staat?
A
in
B
op
C
bij
D
naar

Slide 35 - Quiz

Wat betekent 'in' als het woord erachter in de ablativus staat?
A
in
B
op
C
bij
D
naar

Slide 36 - Quiz

Regel 15-16
Arundinem colligere Remo non placet. Cogitat:

Slide 37 - Slide

Arundinem colligere Remo non placet. Wat is het lijdend voorwerp?
A
arundinem
B
colligere
C
Remo
D
placet

Slide 38 - Quiz

Regel 15-16
Arundinem colligere Remo non placet. Cogitat:

Slide 39 - Slide

In welke naamval staat 'Remo' en waarom?

Slide 40 - Open question

Regel 16-17
'Cur Romulo licet murum aedificare? Cur mihi non licet?

Slide 41 - Slide

Regel 16-17
'Cur Romulo licet murum aedificare? Cur mihi non licet?

Slide 42 - Slide

Regel 16-17
Cur mihi arundinem in urbem portare mandatum est?'

Slide 43 - Slide

PV + inf.
OW
LV
Meew. 
VW
Bijw. bep.
portare
arundinem
mandatum
mihi
in urbem
est

Slide 44 - Drag question

Regel 16-17
Cur mihi arundinem in urbem portare mandatum est?'

Slide 45 - Slide

Wat is de naamval van 'urbem' en waarom staat het in deze naamval?

Slide 46 - Open question

Wat is de naamval van 'arundinem' en waarom staat het in deze naamval?

Slide 47 - Open question

Regel 18-19
Tandem vesperi ad urbem revenit.
Partim murus iam stat. Remus fratri illudit.

Slide 48 - Slide

Regel 18-19
Tandem vesperi ad urbem revenit.
Partim murus iam stat. Remus fratri illudit.

Slide 49 - Slide

Wie/wat is het onderwerp van 'revenit'?
A
Romulus
B
Remus
C
murus
D
urbem

Slide 50 - Quiz

Regel 20-21
Dicit: 'Murus urbem haud protegit. 
Facile est hostibus  urbem intrare!
Murum transilit. Ridet.

Slide 51 - Slide

Regel 20-21
Dicit: 'Murus urbem haud protegit
Facile est hostibus  urbem intrare!
Murum transilit. Ridet.

Slide 52 - Slide

Murum transilit. Ridet. - Remus had dit beter niet kunnen doen. Waarom niet?

Slide 53 - Open question

Regel 22-24
Romulus clamat: 'Qui murum transilit, civis non est, sed hostis. Hostem necare licet'.
Fratrem gladio necat.

Slide 54 - Slide