Hergebruik

Hergebruik
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hergebruik

Slide 1 - Slide

Doel van de les
  • Wij leren de tweede trap van de afvalladder beter kennen.
  • Wij leren over verschillende manieren van het hergebruiken van (plastic) afval
  • We doen dit door verschillende soorten vragen te beantwoorden.
  • We oefenen met het zoeken van bewijs in de tekst. 

Slide 2 - Slide

Tekst lezen
  • We lezen samen de tekst
  • Arceer stift paraat?
  • Arceer de nieuwe of lastige woorden.
  • Zet een stip bij de voorbeelden (die genoemd worden) die jullie thuis ook al doen.  

Slide 3 - Slide

Schrijf in één mooie zin op waar deze tekst vooral overgaat.

Slide 4 - Open question

Lees de tweede alinea: Navulverpakking. Vind je dit een passend kopje bij de alinea?
A
ja, want
B
nee, want

Slide 5 - Quiz

Alinea Navulverpakking. Bij welke producten is dit vaak? En wat heb je nodig daarbij? Dit zijn 2 vragen!

Slide 6 - Mind map

Bekijk het plaatje van de pot met macaronivlinders op blz. 118. Past deze goed bij de tekst onder het plaatje?
A
Ja, want
B
Nee, want

Slide 7 - Quiz

Lees de alinea: Verpakkingsvrij. Wat moet je zelf doen in deze alinea?
A
Zelf je boodschappen doen
B
Naar de melkboer gaan.
C
Je eigen verpakking meenemen
D
Een idee uit een oude doos halen.

Slide 8 - Quiz

Lees de alinea: Verpakkingsvrij. Bedenk manieren om de producten die aan het eind genoemd worden mee naar huis te nemen zonder plastic verpakking!

Slide 9 - Open question

Lees de alinea: Kledingbibliotheek. De schrijver zegt: Doodzonde natuurlijk! Wat doet de schrijver hier?
A
De schrijver geeft een voorbeeld
B
De schrijver geeft een mening.
C
De schrijver maakt een vergelijking.
D
De schrijver geeft een tegenstelling

Slide 10 - Quiz

Vroeger
Nu
Ook plastic van planten
Alleen plastic van aardolie
Plastic verpakkingen voor bijna alles
Plastic is niet goed
Melkboer brengt glazen flessen. 
Plastic is vooral heel handig

Slide 11 - Drag question

Wat doet de schrijver vooral in deze tekst?
A
De schrijver geeft informatie over hergebruiken van afval.
B
De schrijver geeft een uitnodiging om naar een kledingbibliotheek te gaan.
C
De schrijver doet een oproep om navulverpakkingen te kopen.
D
De schrijver wil ons vooral vermaken met deze tekst.

Slide 12 - Quiz

Geef voorbeelden van hergebruik bij jouw thuis.

Slide 13 - Mind map