What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Markt en Overheid - marktvormen
In welk marktvorm functioneert Transavia?
A
Monopolie
B
Monopolistische concurrentie
C
Homogeen oligopolie
D
Heterogeen oligopolie
1 / 16
next
Slide 1:
Quiz
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
In welk marktvorm functioneert Transavia?
A
Monopolie
B
Monopolistische concurrentie
C
Homogeen oligopolie
D
Heterogeen oligopolie
Slide 1 - Quiz
Welke marktvorm hoort bij de markt van telefoonnetwerken?
A
Oligopolie
B
Monopolistische concurrentie
C
Monopolie
D
Volkomen concurrentie
Slide 2 - Quiz
Wat voor een marktvorm past bij de bloemenveiling?
A
volkomen concurrentie
B
monopolie
C
oligopolie
D
monopolistische concurrentie
Slide 3 - Quiz
Welke marktvorm kent een klein aantal aanbieders (die het grootste gedeelte van de markt in handen hebben?)
A
volkomen concurrentie
B
monopolie
C
oligopolie
D
monopolistische concurrentie
Slide 4 - Quiz
Bij welke marktvorm zal een prijsstijging het grootste effect hebben op de afzet?
A
heterogeen oligopolie
B
volkomen concurrentie
C
Homogeen oligopolie
D
monopolistische concurrentie
Slide 5 - Quiz
GEEN kenmerk van de marktvorm volkomen concurrentie is ...
A
veel aanbieders
B
heterogeen product
C
vrije toe- en uittreding
D
transparante markt
Slide 6 - Quiz
De kans op een kartel is bij een oligopolistische marktvorm veel groter dan bij volkomen concurrentie.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 7 - Quiz
Deze marktvorm(en) kent/kennen een transparante markt
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
volkomen concurrentie
Slide 8 - Quiz
Deze marktvorm(en) kent/kennen een heterogeen product
A
oligopolie
B
monopolistische concurrentie
C
monopolie
D
volkomen concurrentie
Slide 9 - Quiz
Deze marktvorm(en) kent/kennen moeilijke toetreding
A
monopolie
B
oligopolie
C
monopolistische concurrentie
D
volkomen concurrentie
Slide 10 - Quiz
De waarde van een prijselasticiteit (Ev) is -0,2. Deze elasticiteit is
A
inelastisch
B
elastisch
Slide 11 - Quiz
Er is sprake van welvaartsverlies door het instellen van een maximumprijs of een minimumprijs
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
Wat bereken je met MO=MK
A
De hoeveelheid producten voor maximale winst
B
De P voor maximale winst
C
Hoe groot je winst is.
D
De P waar je geen winst, maar ook geen verlies maakt
Slide 13 - Quiz
Maximale omzet bereik je door..
A
TO=TK
B
MO=MK
C
MO=0
D
Qa=Qv
Slide 14 - Quiz
welke prijs hoort bij maximale omzet?
A
7
B
5
C
50
D
30
Slide 15 - Quiz
een maximumprijs is er om de producent te beschermen
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quiz
More lessons like this
Markt en Overheid - marktvormen
August 2023
- Lesson with
32 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Markt en Overheid - marktvormen
December 2022
- Lesson with
12 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Markt en Overheid - marktvormen
January 2023
- Lesson with
10 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
1.4 Les woensdag 9 maart
March 2022
- Lesson with
15 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Markt en Overheid - marktvormen
January 2021
- Lesson with
15 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Marktvormen
October 2018
- Lesson with
26 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
economie voor vmbo
3.4 Macht op de markt
August 2018
- Lesson with
50 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
Concurrentie
January 2019
- Lesson with
26 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo