Markt en Overheid - marktvormen

In welk marktvorm functioneert Transavia?
A
Monopolie
B
Monopolistische concurrentie
C
Homogeen oligopolie
D
Heterogeen oligopolie
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

In welk marktvorm functioneert Transavia?
A
Monopolie
B
Monopolistische concurrentie
C
Homogeen oligopolie
D
Heterogeen oligopolie

Slide 1 - Quiz

Welke marktvorm hoort bij de markt van telefoonnetwerken?
A
Oligopolie
B
Monopolistische concurrentie
C
Monopolie
D
Volkomen concurrentie

Slide 2 - Quiz

Wat voor een marktvorm vormen de terrasjes in Leiden?
A
volkomen concurrentie
B
monopolie
C
oligopolie
D
monopolistische concurrentie

Slide 3 - Quiz

Wat voor een marktvorm past bij de bloemenveiling?
A
volkomen concurrentie
B
monopolie
C
oligopolie
D
monopolistische concurrentie

Slide 4 - Quiz

Welke marktvorm kent een klein aantal aanbieders (die het grootste gedeelte van de markt in handen hebben?)
A
volkomen concurrentie
B
monopolie
C
oligopolie
D
monopolistische concurrentie

Slide 5 - Quiz

Bij welke marktvorm zal een prijsdaling het grootste effect hebben op de afzet?
A
heterogeen oligopolie
B
Monopolistische concurrentie
C
Homogeen oligopolie
D
Monopolie

Slide 6 - Quiz

GEEN kenmerk van de marktvorm volkomen concurrentie is ...
A
veel aanbieders
B
heterogeen product
C
vrije toe- en uittreding
D
transparante markt

Slide 7 - Quiz

De kans op een kartel is bij een oligopolistische marktvorm veel groter dan bij volkomen concurrentie.

A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 8 - Quiz

Deze marktvorm(en) kent/kennen een transparante markt
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
volkomen concurrentie

Slide 9 - Quiz

Deze marktvorm(en) kent/kennen moeilijke toetreding
A
monopolie
B
oligopolie
C
monopolistische concurrentie
D
volkomen concurrentie

Slide 10 - Quiz

welke prijs hoort bij maximale omzet?
A
7
B
5
C
50
D
30

Slide 11 - Quiz

Hoe kan de totale winst worden berekend?
A
TW = TO - GTK
B
TW = P x Q - GVK
C
TW = ( P-GTK) * Q
D
TW = TO - TVK - GCK

Slide 12 - Quiz