21.11 1BKT1 meervouden

SOCIALISEREN
Je mobiel--> mobiel tas
Je legt klaar:
-leesboek, laptop (dicht), lesboek.
Je neemt plaats.
Je tas is op de grond.
timer
5:00
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

SOCIALISEREN
Je mobiel--> mobiel tas
Je legt klaar:
-leesboek, laptop (dicht), lesboek.
Je neemt plaats.
Je tas is op de grond.
timer
5:00

Slide 1 - Slide

LESPROGRAMMA
1. Vlog/ Lezen in je leesboek 
2. Uitleg Cursus 7 Spelling sterke en zwakke w.w. v.t.
Cursus 7 Spelling meervouden
3. Zelfstandig werken
3. Evaluatie

Slide 2 - Slide

H@ck
Boektitel: H@ck
Schrijver: Mirjam Mous

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

timer
10:00

Slide 5 - Slide

Boekpraat:
1. Wat is de titel van je boek?
2. Wie is de hoofdpersoon uit je boek?
(belangrijkste persoon
over wie het boek gaat.)

Slide 6 - Slide

Lesdoel
Terugblik: 
Je leert de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd te spellen.

Je leert meervouden spellen.




Slide 7 - Slide

Uitleg pv zwakke w.w. verleden tijd

Voor het schrijven van een persoonsvorm verleden tijd moet je weten of het een sterk werkwoord is of een zwak werkwoord. 

Een zwak werkwoord verandert in de verleden tijd niet van klank. Je maakt de verleden tijd door achter de ik-vorm -de(n) of -te(n) te zetten.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Zelfstandig werken
CURSUS 7 SPELLING 
som/Nederlands/cursus 7 spelling/ 
Je maakt de opdrachten.
(BK boek blz. 226 + 227+228+229) $9 + 10 + 4 $ 11
(KGT boek blz. 232 + 233+234+235) $9 + $10 + 4 + $11
timer
20:00

Slide 11 - Slide

Verlengde instructie: meervouden
Meervouden op -en, -'s en -s

Slide 12 - Slide

Verlengde instructie:
meervouden
 
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op en:
– beest → beesten; vereniging → verenigingen




Slide 13 - Slide

Verlengde instructie:
meervouden

Daarnaast zijn er zelfstandige naamwoorden met een meervoud op s of ’s:
– dame → dames; buggy → buggy’s


Slide 14 - Slide

Zo maak je een meervoud op en

Zet -en achter het enkelvoud: vriend → vrienden; trui → truien
Soms moet je ook:
de laatste letter verdubbelen: mug → muggen; prik → prikken
een a, e, o of u weglaten: snaar → snaren; been → benen
een f veranderen in een v: verblijf → verblijven





Slide 15 - Slide

Zo maak je een meervoud op s en ’s
Je schrijft een s achter het enkelvoud:
– borstel → borstels; comité → comités; revolutie → revoluties
Je schrijft ’s (apostrof + s) achter het enkelvoud:
– bij woorden op a, i, o, u of y: mama → mama’s; ski → ski’s; auto → auto’s; paraplu → paraplu’s; rally → rally’s
– bij afkortingen: wc’s, havo’s, NK’s

Slide 16 - Slide

Zo maak je een meervoud op ie en ee
Als het enkelvoud eindigt op ee, maak je het meervoud met s of met ën:
– chimpansee → chimpansees; zee → zeeën

Slide 17 - Slide

Zo maak je een meervoud op ie en ee
Als het enkelvoud eindigt op ie, maak je het meervoud met ën of met n. Dit is afhankelijk van de klemtoon:
– als de klemtoon op ie valt, dan voeg je ën toe: melodie → melodieën
– klemtoon  laatste e een trema en voeg je alleen n toe: porie → poriën

Slide 18 - Slide

Uitlegfragment Cursus 7 Spelling

Je leert meervouden te spellen.

Slide 19 - Slide

Zelfstandig werken
CURSUS 7 SPELLING 
som/Nederlands/cursus 7 spelling/ $3
Je maakt de opdrachten.
(KGT boek blz. 226+227) $3
(BK boek blz. 218+219) $3
timer
20:00

Slide 20 - Slide

Evaluatie
*Heb je iets geleerd over de meervouden?

*Informatie: donderdag a.s. opgeladen laptop meenemen en oortjes/ headset.

Slide 21 - Slide

Huiswerk
In som:
Cursus 7 Spelling $ 9 + $ 10 (TH)
Cursus 7 Spelling $7 + $8

Slide 22 - Slide