Werkwoordspelling mix 25 januari 2022

Lesdoel
Ik kan aan het einde van de les de werkwoordregels door elkaar toepassen:

- persoonsvorm tegenwoordige tijd
- persoonsvorm verleden tijd ( klankvast en klankveranderend)

1 / 19
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolMBOGroep 7

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Lesdoel
Ik kan aan het einde van de les de werkwoordregels door elkaar toepassen:

- persoonsvorm tegenwoordige tijd
- persoonsvorm verleden tijd ( klankvast en klankveranderend)

Slide 1 - Slide

herstellen [tt] Ik _____________ de schade aan mijn fiets

Slide 2 - Open question

zingen [tt] Sky _____________ met zijn vrienden

Slide 3 - Open question

binden [tt] Straks _____________ hij het touw vast.

Slide 4 - Open question

doen [tt] Ik _____________ altijd mijn best.

Slide 5 - Open question

duiken [tt] Wietze _____________ graag in het zwembad.

Slide 6 - Open question

vinden [tt] Je _____________ planten en dieren in de natuur.

Slide 7 - Open question

leren [vt] Gisteren _____________ we veel over spelling.

Slide 8 - Open question

komen [vt] Gisteren _____________ ik veel te laat bij de tennisles aan

Slide 9 - Open question

vergroten [vt] De kinderen _____________ vorige week hun kennis in het museum.

Slide 10 - Open question

roepen [vt] Toen we zagen dat het mis ging _____________ we meteen om hulp.

Slide 11 - Open question

klimmen [vt] Vorige week _____________ jij de heuvel makkelijk op

Slide 12 - Open question

kleuren [vt] Afgelopen dinsdag _____________ Li-shai op een dolfijnenkleurplaat.

Slide 13 - Open question

branden [vt] Vorige week _____________ ik mijn vingers.

Slide 14 - Open question

verblijven [vt] Toen _____________ jij op het strand

Slide 15 - Open question

genieten [vt] Aya _____________ gisteren van een lekkere fruitsalade

Slide 16 - Open question

maken [vt]
Mozes en Jonathan _____________ vorige week vrijdag een puzzel

Slide 17 - Open question

raden [vt] Ik _____________ het juiste getal.

Slide 18 - Open question

bedanken [vt] Vera _____________ hem voor het cadeau.

Slide 19 - Open question