-De leerling kan de 3 typen bloedvaten noemen en daarbij in eigen woorden de kenmerken en functies van deze 3 typen bloedvaten beschrijven.
-De leerling kan a.d.h.v. een beschreven situatie het juiste type bloedvat passend in de situatie kiezen.
-De leerling kan a.d.h.v. een afbeelding het type bloedvat noemen.
-De leerling kan a.d.h.v. een afbeelding van het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.