HIN - taalverzorging spelling - meervouden H4 - 3gt

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom bij Nederlands!

Bij Nederlands

Persoonlijke voornaamwoorden

Een persoonlijk voornaamwoord is een woord dat verwijst naar een  persoon, dier of ding.

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?

Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is.

bezittelijk voornaamwoord

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

mijn		onze/ons
jouw		jullie
zijn		hun
haar		uw
zijn

Zij heeft aan hem verkering gevraagd.

Het persoonlijk voornaamwoord is /
de persoonlijke voornaamwoorden zijn...

1. Zij
2. Zij, aan
3. hem
4. zij hem

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?

1. Mijn, jouw, haar, uw, ons, jullie etc.
2. Ik, jij, hij, zij, wij, jullie etc.
3. Wijst iets aan: deze, die, dit en dat
4. Plakt twee zinnen aan elkaar

Is 'hij' een persoonlijk voornaamwoord?

1. Ja
2. Nee

Zij kamt haar haar voor de spiegel.

Het persoonlijk voornaamwoord is... /
De persoonlijke voornaamwoorden zijn...

1. Zij
2. Zij, haar
3. Zij, haar, haar
4. haar

Persoonlijk voornaamwoord

1. hij
2. die
3. welke
4. hem

Haar is altijd een persoonlijk voornaamwoord.

1. Waar
2. Niet waar

Ik heb ze van Madelon geleend.

het persoonlijk voornaamwoord is / de persoonlijke voornaamwoorden zijn...

1. ik
2. ze
3. Madelon
4. ik / ze

Persoonlijk voornaamwoord

Geen persoonlijk voornaamwoord

Het boek is van mij

Mijn speelgoed

Hun tassen

Ik schrijf hun een brief

Jouw zus

De hond is van jou

Persoonlijk voornaamwoord

Bezittelijk voornaamwoord

Ik

Zijn

Haar

Hij

Mijn

Uw

Jij

Persoonlijk voornaamwoord

Bezittelijk voornaamwoord

Jouw

Jullie

Uw

Wij

Hun

Ik

persoonlijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord

jullie

me

je

haar

hij

uw

ons

ze

hun

zijn

jouw

hem

Verbeter de onjuiste verwijswoorden. Noteer het onjuiste verwijswoord en daarachter het juiste verwijswoord.

De artsen stelden de operatie uit, want hun vonden die te gevaarlijk.
onjuist verwijswoord: ___________________
juist verwijswoord: ___________________

Verbeter de onjuiste verwijswoorden.
Noteer het onjuiste verwijswoord en daarachter het juiste verwijswoord.

Dit broodje is lekker, maar die van jou lijkt me ook heerlijk.
onjuist verwijswoord:___________________
juist verwijswoord: ____________________

Meervoud van ZNW

Wat weet je al?

TEST

ZEE

1. ZEEËN
2. ZEËN

FOTOGRAAF

1. FOTOGRAVEN
2. FOTOGRAFEN

BUREAU

1. BUREAUS
2. BUREAU'S

BABY

1. BABIES
2. BABY'S

LOLLY

1. LOLLIES
2. LOLLY'S

SPRAY

1. SPRAY'S
2. SPRAYS

INDUSTRIE

1. INDUSTRIEËN
2. INDUSTRIËN

PORIE

1. PORIËN
2. PORIEËN

COWBOY

1. COWBOY'S
2. COWBOYS

KNIE

1. KNIËN
2. KNIEËN

SKI

1. SKIËN
2. SKI'S

ABONNEE

1. ABONNEES
2. ABONNEEËN

LOGÉ

1. LOGÉS
2. LOGEES

CD

1. CD'S
2. CD-S

Melk

1. MELKEN
2. GEEN MV

Zet -en achter het enkelvoud:

• Boek > boeken
• Schrift > schriften
• Toetsenbord > toetsenborden

Soms moet je ook de laatste letter verdubbelen:

• Kat > katten
• Pen > pennen
• Jas > jassen

Soms moet je een a, e, o, of u weglaten:

• Maan > manen
• Beer > beren
• Boom > bomen

Soms moet je een -f  veranderen in een -v

of een -s  veranderen in een -z

• Wolf > wolven
• Huis > huizen

Als het enkelvoud eindigt op -ee, maak je het meervoud met -ën:

• Idee > ideeën
• Twee > tweeën
• Zee > zeeën

Als het enkelvoud eindigt op -ie, maak je het meervoud met -ën of met -n:

Dit is afhankelijk van de klemtoon.

• Drie > drieën
• Bacterie > bacteriën

Meervoud op -s

Bij een meervoud op -s schrijf je de -s altijd vast aan het woord, behalve als je het woord dan niet meer goed uitspreekt.

Bijvoorbeeld:

• tafel - tafels
• bakje - bakjes

Meervoud op 's

Je schrijft 's als het woord eindigt op een -a, -i, -o, -u of -y die lang klinkt. Ook bij afkortingen schrijf je 's.

Bijvoorbeeld:

• ski - ski's
• lama - lama's
• cd - cd's

Meervoud op -s

Bij een woord dat eindigt op -eau, -ay, -ieu, -ui, -ie, -e, -ee, -oo of -é schrijf je de -s vast.

Bijvoorbeeld:

• café - cafés
• tattoo - tattoos
• niveau - niveaus

Meervoud op -en of -s

De meeste woorden hebben maar één meervoudsvorm, maar sommige woorden hebben er twee. 

Bijvoorbeeld:

• seconden/secondes
• appelen/appels

Klankverandering

Bij sommige Latijnse woorden verandert de laatste lettergreep in het meervoud van klank. Je herkent deze woorden aan -um en -cus.

Bijvoorbeeld:

• museum - musea (je mag ook museums schrijven)
• politicus - politici
• datum - data

Aan de slag

opdracht 1 t/m 4 blz. 116, 117

Klaar? Kijk je antwoorden over verwijswoorden na, via het antwoordenblad op  Magister (woensdag 22/05)

nakijken 

opdracht 1 t/m 4 blz. 114-115

reminder: persoonsvorm 

d of t?

t.t 'lopen invullen'	stam stam + t	ik word, word jij? hij wordt, jij wordt
v.t	stam + te(n) stam + de)n) klank verandert	ik zweette, ik ik landde, ik breide ik verl ie t, vr oe g