Taal - zinsdelen

Taal
blok 6 les 15
1 / 57
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 57 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Taal
blok 6 les 15

Slide 1 - Slide

check-in
Verdeel de zin in zinsdelen.

Slide 2 - Slide

De slager snijdt het vlees.

Slide 3 - Open question

De bakker bakt het lekkere brood.

Slide 4 - Open question

Gisteren viel het meisje van de schommel.

Slide 5 - Open question

voorkennis activeren
Typ de pv.

Slide 6 - Slide

De jongen maakt een salto.

Slide 7 - Open question

Lynn speelt het moeilijke level uit.

Slide 8 - Open question

Bo slaapt op de bank.

Slide 9 - Open question

leerdoel
Ik kan zinnen in zinsdelen verdelen.

Slide 10 - Slide

instructie

.

Slide 11 - Slide

instructie
Harry rent naar de schommel.



Slide 12 - Slide

instructie
Harry rent naar de schommel.



Slide 13 - Slide

instructie
Harry rent naar de schommel.

Naar de schommel rent Harry.



Slide 14 - Slide

instructie
Tante Eva schrijft een brief.


Slide 15 - Slide

instructie
Tante Eva schrijft een brief.


Slide 16 - Slide

instructie
Tante Eva schrijft een brief.

Een brief schrijft tante Eva.


Slide 17 - Slide

instructie
De grote jongen schoot de bal in het doel.

Slide 18 - Slide

instructie
De grote jongen schoot de bal in het doel.

Slide 19 - Slide

instructie
De grote jongen schoot de bal in het doel.

De bal schoot de grote jongen in het doel.

Slide 20 - Slide

instructie
De grote jongen schoot de bal in het doel.

De bal schoot de grote jongen in het doel.
In het doel schoot de grote jongen de bal.

Slide 21 - Slide

instructie
Rob maakt een prachtige tekening.

Slide 22 - Slide

instructie
Rob maakt een prachtige tekening.

Slide 23 - Slide

instructie
Rob maakt een prachtige tekening.

Een prachtige tekening maakt Rob.

Slide 24 - Slide

instructie
Lola speelt tikkertje met haar vriendinnen.

Slide 25 - Slide

instructie
Lola speelt tikkertje met haar vriendinnen.

Slide 26 - Slide

instructie
Lola speelt tikkertje met haar vriendinnen.

Tikkertje speelt Lola met haar vriendinnen.

Slide 27 - Slide

instructie
Lola speelt tikkertje met haar vriendinnen.

Tikkertje speelt Lola met haar vriendinnen.
Met haar vriendinnen speelt Lola tikkertje.

Slide 28 - Slide

Bo fietst naar school.
A
Bo / fietst / naar school.
B
Bo fietst / naar / school.

Slide 29 - Quiz

Nina zingt een liedje.
A
Nina zingt / een liedje.
B
Nina / zingt / een liedje.

Slide 30 - Quiz

Pip kijkt naar de tv.
A
Pip / kijkt / naar de / tv.
B
Pip / kijkt / naar de tv.

Slide 31 - Quiz

Tim maakt een som.
A
Tim / maakt / een /som.
B
Tim / maakt / een som.

Slide 32 - Quiz

Siep tekent een bloem.

Slide 33 - Open question

Oom Jos speelt een leuk spel.

Slide 34 - Open question

De kapotte auto staat op de stoep.

Slide 35 - Open question

Ma rijdt met haar auto naar school.

Slide 36 - Open question

Mijn schattige neefje deelt koekjes uit.

Slide 37 - Open question

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

instructie
.

Slide 40 - Slide

instructie





De helft of halveren betekent dat iets in twee gelijke delen wordt gesplitst.

Slide 41 - Slide

instructie

Slide 42 - Slide

instructie
Stappenplan 'Het midden van twee getallen berekenen'
1. Bereken het verschil tussen de twee getallen.
2. Deel het antwoord door de helft (door 2).
3. Tel de helft van het verschil op bij het laagste getal.
(of trek de helft van het verschil op bij het hoogste getal).






Slide 43 - Slide

instructie






Stappenplan 'Het midden van twee getallen berekenen'
1. Bereken het verschil tussen de twee getallen.
2. Deel het antwoord door de helft (door 2).
3. Tel de helft van het verschil op bij het laagste getal.
(of trek de helft van het verschil op bij het hoogste getal).






Slide 44 - Slide

instructie
Stappenplan 'Het midden van twee getallen berekenen'
1. Bereken het verschil tussen de twee getallen.
2. Deel het antwoord door de helft (door 2).
3. Tel de helft van het verschil op bij het laagste getal.
(of trek de helft van het verschil op bij het hoogste getal).






Slide 45 - Slide

tussen 63 en 79 ligt ........

Slide 46 - Open question

tussen 82 en 96 ligt ........

Slide 47 - Open question

tussen 140 en 200 ligt ........

Slide 48 - Open question

tussen 710 en 770 ligt ........

Slide 49 - Open question

tussen 1300 en 2600 ligt ........

Slide 50 - Open question

tussen 4400 en 5200 ligt ........

Slide 51 - Open question

Slide 52 - Slide

Lesafsluiting
groen of rood?
groen = goed           rood = fout

tussen 64 en 78 ligt 73

Slide 53 - Slide

Lesafsluiting
groen of rood?
groen = goed           rood = fout

tussen 500 en 620 ligt 580

Slide 54 - Slide

Lesafsluiting
groen of rood?
groen = goed           rood = fout

tussen 4400 en 8400 ligt 6400

Slide 55 - Slide

Lesafsluiting
groen of rood?
groen = goed           rood = fout

tussen 64 en 78 ligt 73

Slide 56 - Slide

Lesafsluiting
groen of rood?

Ik kan het midden van twee getallen berekenen. 

Slide 57 - Slide