M4F - Formatief schrijven

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Startklaar

  • Telefoon in het Zakkie en in je tas
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Laptop, pen en woordenboek op tafel

Slide 4 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
      Leerdoelen
Je kunt:
1. conventies hanteren m.b.t. schriftelijk taalgebruik;
2. de tekst herschrijven.

Slide 5 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Wat is de juiste aanhef voor een zakelijke e-mail aan Erik van Os

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Wat is de juiste afsluiting voor deze
e-mail?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

      Leerdoelen
Je kunt:
1. schrijfstrategieën hanteren;
2. het schrijfdoel tot uitdrukking brengen;
3. je taalgebruik richten op verschillende soorten lezerspubliek;
4. conventies hanteren m.b.t. schriftelijk taalgebruik;
5. concepten van de tekst herschrijven o.b.v. correctie.

Slide 8 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Instructie
Schrijfdossier
1. Elke week één schrijfopdracht, die wordt nagekeken en herschreven.
2. Om de week wordt de herschreven opdracht door mij beoordeeld aan de hand van een beoordelingsformat.

Slide 9 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Aan de slag - 1a
1. Kies een zin uit het gedicht, die je raakt of die je mooi vindt. Leg uit waarom deze zin je raakt of waarom je deze zin erg mooi vindt?
2. Herken je iets in de zin die je hebt uitgekozen? Noem een situatie en een eigen ervaring waaraan deze zin of het gedicht je doet denken.
Schrijf een tekst van minimaal 100 woorden. 

Let bij het schrijven van je antwoord vooral op het volgende:
- Begint elke zin met een hoofdletter en eindigt elke zin met een punt?
- Zijn de werkwoorden goed gespeld?
- Staan de woorden in de zin op de juiste volgorde?
- Zijn de zinnen niet te lang?

Slide 10 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Aan de slag - 1b
Herschrijf de tekst die je vorige les hebt geschreven. Gebruik daarvoor het proefwerkblaadje.

Let bij het schrijven van je antwoord vooral op het volgende:
- Begint elke zin met een hoofdletter en eindigt elke zin met een punt?
- Zijn de werkwoorden goed gespeld?
- Staan de woorden in de zin op de juiste volgorde?
- Zijn de zinnen niet te lang?

Je mag hiervoor je laptop gebruiken. Als je klaar bent, lever je de 1e en 2e versie in.

Slide 11 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Aan de slag - 2a
Je schrijft een mail naar de schrijver van een van de gedichten uit het gedichtenboekje. 
We lezen het gedicht samen.
De opdracht en het het werkblad worden uitgedeeld.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag - 2b
Je herschrijft de e-mail aan de dichter. Je gebruikt daarvoor je woordenboek.
Let op de volgende punten:
- Is het onderwerp ingevuld?
- Is de aanhef correct?
- Is de inleiding correct (voorstellen en reden van je e-mail)?
- Is de kern correct (mening+argument gedicht, slotzin+reden)?
- Is het slot correct (voorstel gesprek, iets vriendelijks)
- Is de afsluiting correct?
- Is de spelling correct?
- Is de formulering correct?
- Is de interpunctie correct?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten
Herschrijven
- vergelijk elkaars teksten
- gebruik het beoordelingsmodel
- bepaal bij elke tekst wat nog verbeterd moet worden

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag - 3
1. Lees de instructie op blz. 9 goed door.
2. Lees de opdracht op blz. 10 goed door.
3. Je mag het artikel lezen en gebruiken. Het hoeft niet.
4. Schrijf je e-mail. Je mag je woordenboek gebruiken.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Wat ging goed?
Wat vond je nog lastig?

Slide 16 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

    Begrippen uit deze les
  • ...
  • ...
  •  ...

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Exit ticket

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Huiswerk
Maandag 14 oktober:
- boek en gedichten meenemen
Dinsdag 15 oktober:
- woordenboek meenemen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions