Bezittelijke voornaamwoorden

 Bezittelijk voornaamwoord
...het geeft een bezit aan!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

 Bezittelijk voornaamwoord
...het geeft een bezit aan!

Slide 1 - Slide

de bezittelijke vnw zijn:

ein (een), kein (geen), mein (mijn) ,dein (jouw), sein (zijn),

unser (onze), euer (jullie), ihr (hun), Ihr (uw)


bij vrouwelijke en woorden in het meervoud komt er een -e achter: meine Katze, deine Eltern.


Slide 2 - Slide

Hoe herken ik nou het geslacht van een woord? 

Slide 3 - Slide

 DerDieDas              APP

Slide 4 - Slide

Stap 3 : 

Slide 5 - Slide

Mein of meine Schwester?
A
mein
B
meine

Slide 6 - Quiz

mein of meine Bruder
A
mein
B
meine

Slide 7 - Quiz

Kommen ......(jullie) Eltern auch?
A
euer
B
euere

Slide 8 - Quiz

Wo arbeitet ..... (jullie) Opa?
A
euer
B
euere

Slide 9 - Quiz

Ist .... (jouw) Eis auch nicht lecker?
A
dein
B
deine

Slide 10 - Quiz

Das ist ..... (mijn) Mutter
A
mein
B
meine

Slide 11 - Quiz

.....(haar) Bruder wohnt in Berlin.
A
ihr
B
ihre

Slide 12 - Quiz

Wo ist ....(jouw) Vater?
A
dein
B
deine

Slide 13 - Quiz

....(zijn) Schule liegt in Den Helder .
A
seine
B
sein

Slide 14 - Quiz