voorbeeld van vragen/antwoorden
Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen als:
- Waar? Sommige vogels nesten in oude gebouwen.
- Wanneer? De toets wiskunde is op donderdag.
- Waarheen? Vorige week zijn we naar de film geweest.
- Waarom? Vanwege een ruzie werd de wedstrijd gestaakt.
- Hoe? Zijn moeder was heel blij met zijn volwassen gedrag.