week 11 - les 2

Lesprogramma di 16 maart
  • herhalen werkwoordsvormen en zinsdelen d.m.v. quizvragen  
  • de bijwoordelijke bepaling
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lesprogramma di 16 maart
  • herhalen werkwoordsvormen en zinsdelen d.m.v. quizvragen  
  • de bijwoordelijke bepaling

Slide 1 - Slide

leerdoelen vandaag
  • je herkent de werkwoordsvormen: pv, infinitief, voltooid deelwoord en onvoltooid deelwoord.
  • je (her)kent de zinsdelen: onderwerp, pv, werkwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp.
  • je weet nu wat het zinsdeel 'bijwoordelijke bepaling' is en hoe je hem kunt vinden. 

Slide 2 - Slide


De oude bank is gisteren eindelijk vervangen door een hippe hoekbank.
Welke werkwoordsvorm?
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief (hele ww)
D
onvoltooid deelwoord

Slide 3 - Quiz


De slagers (braden) gisteren het vlees tijdens de buurtbarbecue.

Welke werkwoordsvorm staat tussen haakjes?
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief

Slide 4 - Quiz

Het hele weekend heb ik naar de muziek van Billie Eilish (luisteren).
Welke werkwoordsvorm
Het hele weekend heb ik naar rapmuziek (luisteren). 

Welke werkwoordsvorm staat tussen haakjes?
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
onvoltooid deelwoord

Slide 5 - Quiz

Wanneer ga jij (leren) voor de toets Nederlands?
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
onvoltooid deelwoord

Slide 6 - Quiz

Jan heeft gisteren mijn konijn eten gegeven
Wat is 'Jan' ?
A
Onderwerp
B
Meewerkend voorwerp
C
Lijdend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 7 - Quiz

Jan heeft gisteren mijn konijn eten gegeven
Wat is 'eten' ?
A
Onderwerp
B
Meewerkend voorwerp
C
Lijdend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 8 - Quiz

Jan heeft gisteren mijn konijn eten gegeven
Wat is 'mijn konijn' ?
A
Onderwerp
B
Meewerkend voorwerp
C
Lijdend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 9 - Quiz

Jan heeft gisteren mijn konijn eten gegeven
Wat is 'gisteren' ?
A
Onderwerp
B
Meewerkend voorwerp
C
Lijdend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 10 - Quiz

Bijwoordelijke bepaling (bwb)
  • Als  je de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp hebt bepaald, blijven de bijwoordelijke bepalingen over. 

  • Let op: een zin kan meerdere bijwoordelijke bepalingen bevatten.

Slide 11 - Slide

Bijwoordelijke bepaling (bwb)

De bwb kan antwoord geven op de volgende vragen:
waar / wanneer / waarvan(daan) / waarheen / waarom / waardoor / waarmee / waarover / hoe / hoe lang?
  • De vraagwoorden zelf zijn in een zin ook een bwb. 

  • Niet alle bwb geven antwoord op een vraag: 
niet, wel, zeker, absoluut, eigenlijk, allicht, natuurlijk, sowieso, misschien, waarschijnlijk, vermoedelijk....


Slide 12 - Slide

voorbeeld van vragen/antwoorden
Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen als: 
- Waar? Sommige vogels nesten in oude gebouwen.                
Wanneer? De toets wiskunde is op donderdag.                        
- Waarheen? Vorige week zijn we naar de film geweest.          
- Waarom? Vanwege een ruzie werd de wedstrijd gestaakt.  
  - Hoe? Zijn moeder was heel blij met zijn volwassen gedrag. 

Slide 13 - Slide

Aan de slag met de opdrachten
H6: bijwoordelijke bepaling afmaken (startopdr. t/m opdr.2)
Klaar? H6:  bijwoord (startopdr. t/m opdr. 2)

De lesuren zijn kort, dus er is meestal huiswerk. Maak je dat niet, dan merk je dat bij de beoordeling van je werkhouding én je toetsresultaat. Dit is uit de echt categorie: zelfstandigheid!!!!

Slide 14 - Slide

Huiswerk voor do 18 maart
  • lezen/kijken filmpje online over theorie H6: het bijwoord
  • Maken online: startopdracht t/m opdr.3


  • Ik check het huiswerk meestal rond 21.30u op de dag voordat je weer les hebt:  niet gemaakt = onvoldoende

Slide 15 - Slide