Unit 3: The circulatory system

Thema 3: Bloedsomloop
§3.1 Bloed
1 / 49
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 49 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Thema 3: Bloedsomloop
§3.1 Bloed

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt de bestanddelen van bloed benoemen
  • Je kan omschrijven wat bloedplasma is
  • Je kan omschrijven welke bloedcellen er zijn
  • Je kan globaal de functies beschrijven van verschillende typen bloedcellen

Slide 2 - Slide

Wat weet je al over bloed?

Slide 3 - Mind map

Bloed
Bloed is de transportvloeistof van je lichaam

Bestaat uit bloedplasma (±55%) en bloedcellen (±45%)

Slide 4 - Slide

Bloedplasma
Bestaat uit:
- 91% water
- 7% bloed eiwitten (waaronder fibrinogeen)
- 2% opgeloste stoffen

Verantwoordelijk voor vervoer van voedingsstoffen en afvalstoffen

Slide 5 - Slide

Bloedcellen
3 verschillende typen:

Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplaatjes

Slide 6 - Slide

Rode bloedcellen
Grootste deel van de bloedcellen
 (±25 * 1012 cells )

Vorm van een schijf, geen celkern


Functie: transport van zuurstof door het lichaam met het eiwit hemoglobine

Slide 7 - Slide

Witte bloedcellen
Geen vaste vorm, kunnen door de kleinste 
openingen bewegen

Functie: opruimen en uitschakelen 
van ziekteverwekkers

Slide 8 - Slide

Bloedplaatjes
Niet echt cellen, maar stukjes van een uit elkaar gevallen cel

Functie: Het laten stollen van bloed

Slide 9 - Slide

Maak §3.1
Maak 1, 2, 3, 4, 6, 8

Slide 10 - Slide

Unit 3 Bloedsomloop
§3.2 De bloedsomloop

Slide 11 - Slide

Bloedvaten
Bloedvaten zijn de wegen van het bloed

3 typen:
- Slagaders
- Aders
- Haarvaten

Slide 12 - Slide

3 typen bloedvaten
Bloedvaten in een hand

Slide 13 - Slide

Bloedsomloop
Een groot netwerk van aders en slagaders

Slagaders gaan vanaf het hart naar weefsel
Aders gaan vanaf weefsel naar het hart
(uitzondering: poortader)
Haarvaten zijn zeer dunne bloedvaten 
in weefsel

Slide 14 - Slide

Dubbele bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
Gaat naar de longen en terug naar het hart

Grote bloedsomloop
Gaat naar de rest van het lichaam en terug naar het hart

Slide 15 - Slide

Slagaders
Hart --> weefsel

Dikke spierlaag

Hoge bloeddruk

Dieper gelegen in lichaam

Slide 16 - Slide

Aders
Weefsel --> hart

Dunne spierlaag, kleppen

Lage bloeddruk

Dichtbij oppervlak

Slide 17 - Slide

Kleppen

Slide 18 - Slide

Haarvaten
Hele dunne bloedvaten
(±1 cellaag dik)

Makkelijk stoffen uitwisselen

Witte bloedcellen kunnen makkelijk weefsels infiltreren

Slide 19 - Slide

Maak §3.2
Exercise 1-4, 6-9

Slide 20 - Slide

Thema 3:  Bloedsomloop
§3.3 Het hart

Slide 21 - Slide

Bloedvaten
Bloedvaten zijn de wegen van het bloed

3 typen:
- Slagaders
- Aders
- Haarvaten

Slide 22 - Slide

Dubbele bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
Gaat naar de longen en terug naar het hart

Grote bloedsomloop
Gaat naar de rest van het lichaam en terug naar het hart

Slide 23 - Slide

Het hart
De 'pomp' van het bloed

Bestaat uit een linker en een rechter helft

Grote aders:
Longader en onderste/bovenste holle ader

Grote slagaders:
Longslagader en aorta




Slide 24 - Slide

Bloedstroming
Rechts en links is omgedraaid

Bloed stroomt binnen via boezems

Rechter kamer --> kleine bloedsomloop

Linker kamer --> grote bloedsomloop

Slide 25 - Slide

De pomp werking van het hart
Hartkleppen en halvemaanvormige kleppen zorgen ervoor dat bloed in 1 richting kan stromen

Slide 26 - Slide

De pomp werking van het hart
Hartkleppen en halvemaanvormige kleppen zorgen ervoor dat bloed maar in 1 richting kan stromen

Slide 27 - Slide

Hartcyclus
Spieren in boezemwand en kamerwand trekken afwisselend samen

Is te meten in een cardiogram

Slide 28 - Slide

Maak §3.3
3, 5, 6, 7, 8, 9

Slide 29 - Slide

Unit 3: Bloedsomloop
§3.5 Immuniteit

Slide 30 - Slide

Deze les
Wat is immuniteit?

Op welke manier kan het lichaam zich verdedigen?

Slide 31 - Slide

Wat is immuniteit?
Het lichaam moet zich verdedigen tegen indringers:
- Bacteriën
- Virussen
- Parasieten
- Lichaamsvreemde stoffen

Dringt er iets binnen, dan heb je een infectie

 

Slide 32 - Slide

Eerste barrière 
Grootste orgaan van je lichaam, de huid

Ook maagzuur en slijmlagen beschermen je lichaam tegen indringers

Slide 33 - Slide

Wat als de eerste barrière doorbroken wordt?
Infectie komt in weefsel of in bloed terecht, dan wordt immuunsysteem actief

Ziekteverwekkers bevatten lichaamsvreemde 
antigenen

Witte bloedcellen herkennen antigenen
en komen in actie om ziekteverwekker 
te 'elimineren'




Slide 34 - Slide

Witte bloedcel ruimt bacterie op

Slide 35 - Slide

Hoe elimineer je ziekteverwekkers?
Witte bloedcel 'eet' bacterie op

Andere soort witte bloedcel produceert 
antistoffen

Eiwitten die aan antigenen binden 
en ziekteverwekker neutraliseren

Slide 36 - Slide

Maak §3.5
Maak 1, 2, 6, 9

§3.3
3, 5, 6, 7, 8, 9

Slide 37 - Slide

Unit 3: The Circulatory System
§3.5 Immunity II

Slide 38 - Slide

This lesson
Natural immunity

Artificial immunity

Allergies

Slide 39 - Slide

Natural immunity
Memory cells
Remember a specific pathogen in blood

Slide 40 - Slide

Antibody production after infection

Slide 41 - Slide

Smallpox
Poliomyelitis

Slide 42 - Slide

Artificial immunity
Vaccinations

Slide 43 - Slide

Allergic response
Hypersensitive immune response


Slide 44 - Slide

Asthma
Wasp allergy

Slide 45 - Slide

Make §3.5
Exercise 1-4, 6-11

Slide 46 - Slide

Unit 3: The Circulatory System
§3.6 Healthy lifestyles

Slide 47 - Slide

How to live healthy?
Form groups of 6 persons and choose a subject:

Smoking
Alcohol
Unhealthy food
Sport
Psychological Stress

Slide 48 - Slide

Search for effects on the circulatory system (±20 min)
Look for positive and negative effects (preferably on the WWW)!

Discussion afterwards (±3 min per subject)


Slide 49 - Slide