Theorie Module 12 Brede zorg

Agenda:
Gezamenlijk:  
Check-in en 'evaluatie'  van de laatste fysieke bijeenkomst.
Uitleg portfolio opdracht 3, 4 & 5
Theorie hoofdstuk 12
Portfolio opdracht 2 Annelot, Serena en Annekersten & Patricia en Suzanne

Per portfolio groep: Filmbeelden behorende bij portfolio opdracht 1, lesvoorbereidingsformulier bespreken en ontwerp een BO les met het thema  samenwerken .

Individueel:  Het verder uitwerken van portfolio module 2 (voor de herfstvakantie inleveren! of module 3. 
1 / 38
next
Slide 1: Slide
MentorlesHBOStudiejaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Agenda:
Gezamenlijk:  
Check-in en 'evaluatie'  van de laatste fysieke bijeenkomst.
Uitleg portfolio opdracht 3, 4 & 5
Theorie hoofdstuk 12
Portfolio opdracht 2 Annelot, Serena en Annekersten & Patricia en Suzanne

Per portfolio groep: Filmbeelden behorende bij portfolio opdracht 1, lesvoorbereidingsformulier bespreken en ontwerp een BO les met het thema  samenwerken .

Individueel:  Het verder uitwerken van portfolio module 2 (voor de herfstvakantie inleveren! of module 3. 

Slide 1 - Slide

1 Check in: Wil je nog wat kwijt voordat we kunnen beginnen?
2Aan het eind van de vorige bijeenkomst had ik het idee dat er nog wat onduidelijkheden waren. Zo ja, welke?

Slide 2 - Open question

We hebben de 0-metingen gehad. Welke vaardigheden ga je oppakken? Is het duidelijk welke stappen je de volgende bijeenkomst kunt zetten? Wat heb je van mij nodig?

Slide 3 - Open question

portfolio opdracht 3
stap 1 Dit doet iedereen individueel: 
Bij de hele groep voer je de spring en kracht test uit. De aangegeven normering aanhouden en uitwerken. Je kiest vervolgens  2 leerlingen uit die onder de norm van de spring en kracht test zitten, 2 die boven de norm zitten en 2 die op de norm zitten.  (Dus 6 leerlingen in totaal.)  Bij deze 6 leerlingen meet je ook de andere S-vaardigheden en de angsten.  
(Iedereen uit de portfolio groep heeft 6 andere kinderen. Dus bij een groep van 3 kom je dan uit op een totaal van 18 gegevens.)

Slide 4 - Slide

Stap 2
Als groep kies je een van de drie basislessen die je twee keer achter elkaar gaat geven. Dus HOKBAL, de HURKWENDSPRONG of TOUWZWAAIEN. 
De tweede les ga je die 6 leerlingen specifiek beoordelen aan de hand van de beoordelingen zoals die in de basisles staan aangegeven. Alle gegevens van de 6 leerlingen zet je in bijlage 3B. (Met een portfolio groep van drie personen kom je dus uit op een totaal van 3x6 leerlingen waarbij alle S-vaardigheden, angsten en de uitslag van bijvoorbeeld de HURKWENDSPRONG zijn uitgewerkt. 

Slide 5 - Slide

STAP 3
Bekijk of er een transfer te maken is tussen de verschillende uitkomsten? 
Kun je bijvoorbeeld een voorspelling doen of een leerling die onder niveau zit bij de Spring en kracht test waarschijnlijk ook onder het niveau zit bij de hurkwendsprong? 
In hoeverre zijn deze resultaten bruikbaar om tot een goede beginsituatie te kunnen komen voor jouw BO lessen?

Slide 6 - Slide

Portfolio opdracht 4 Periodeplanning

Slide 7 - Slide

Portfolio opdracht 5
Opdracht 5A Circuit
Opdracht 5B Samenwerkingsspelen 
Ontwerp één les bewegingsonderwijs in het thema “samenwerken” en voer deze uit bij één van de verschillende bouwen. In een van de bijeenkomsten gaat ieder portfoliogroep één van de succesvolle samenwerkingsspelen uitvoeren met de groep.


Slide 8 - Slide

Ontwerp een stoeiles voor jouw stageklas waarin je de geleerde termen mate = stoppen, hajime = beginnen, en sensai = meester/juf en elkaar respectvol begroeten aan de orde stelt. Je gaat aan de slag met speelse stoeivormen. Het is zinvol om dit klassikaal te introduceren en later in vakken te herhalen. Je kunt putten uit de aangereikte vormen in de cursusbijeenkomst. Voor extra info verwijzen we naar Judo als spel, sportimpuls, praktijkreeks, zie www.janluitingfonds.nl

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Opdracht 5D: Kennis maken met ….
Er zijn Lesmappen sportkennismaking beschikbaar. 
Bereid twee lessen voor met behulp van de lesmappen sportkennismaking. Je kiest twee verschillende sporten. Voeg deze twee lessen toe in je portfolio en schrijf een
evaluatie van de gegeven lessen.

Kijk op www.knkv.nl, de site van de Koninklijke Nederlandse Korfbal Vereniging. Hier
kun je een bestand downloaden met leskaarten voor korfballessen. J

Slide 11 - Slide

Opdracht 5E Kijkwijzer en opdrachtkaart
Ontwerp 1 (digitale) kijkwijzer en pas deze toe in één van je lessen. Beschrijf je ervaringen: van de kinderen, van jezelf, doelen bereikt? Voeg de kijkwijzer toe in het
portfolio. 

Als voorbeeld video delay:

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Opdracht 5F Buitenlessen
Ontwerp één les bewegingsonderwijs voor buiten op een speelplein of grasveld voor. In meerdere vakken (dus geen klassikale les), Je kiest uit één van de volgende onderwerpen:
• Honkloopspelen
• Voetbalspelen
• Atletiek
• Pleinspelen
• Een combinatie van bovenstaande thema’s.

Slide 14 - Slide

Hoofdstuk 12 BREDE ZORG
Gaat over:
De verschillende visies over BO in relatie tot de praktijk.
En dit specifiek voor de leerlingen die extra aandacht nodig hebben. 

Slide 15 - Slide

Wat is voor jou een zorgleerling?
(Probeer met een specifiek voorbeeld te komen.)

Slide 16 - Open question

Inleiding: 
Kinderen met een hulpvraag.
Soms weten ze zich te verschuilen, de andere keer is het een kind dat steeds conflicten opzoekt. 

Als we hun hulpvraag geen aandacht geven zullen ze nog meer moeilijkheden ondervinden in het begrijpen van zichzelf en de wereld om hun heen. Dit dus proberen te signaleren en ze verder helpen noemen we brede zorg.

Slide 17 - Slide

12.1 Visie op bewegingsonderwijs.
“Kijk naar wat er wel is / de talenten van kinderen in plaats van wat er mist / de gebreken.”
Als leerkracht moet je goed kunnen omgaan met verschillen. Respecteren en waarderen dat kinderen verschillend zijn en bekijken wat ze nodig hebben. We moeten niet proberen om iedereen gelijk te behandelen, want iedereen is verschillend.


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Om dit te verduidelijken, behandeld het boek twee totaal verschillende omgangswijzen 
1 Het wegwerken van verschillen / individuele tekorten.(homogeniserend onderwijs) : Het (nog) niet kunnen staat hierbij centraal.
2 Het respecteren en waarderen van verschillen. 
(Zorg verbredend BO en sluit aan bij het handelings- en progressiegericht werken waarbij de behoeften van het kind centraal staat.)

Slide 20 - Slide

2 Het respecteren en waarderen van verschillen verder uitgewerkt:
- Het uitbreiden van de bewegingsmogelijkheden van kinderen, het leren omgaan met onderlinge verschillen en die inzetten voor een overkoepelend belang. De gezamenlijkheid staat centraal. ‘Wij zijn een groep.’

-Het kind wordt gezien als een unieke verzameling van mogelijkheden.

-Het doel ligt in het ontwikkelen van bewegingscompetenties en het bevorderen van de gezamenlijkheid.

Slide 21 - Slide

12.2 Passend onderwijs
De wet passend onderwijs vraagt voor BO een nog specifiekere aanpak. 

Er mag ruimte zijn voor verschillen van kinderen en er worden principiële keuzes gemaakt voor zorgverbreding van zorg, dus ook het BO. 

Slide 22 - Slide

12.3 Progressie en handelingsgericht onderwijs
Als leerkracht probeer je van belemmeringen mogelijkheden te maken. Voorwaarden voor progressie en handelingsgericht onderwijs: 
-Realiseer je dat progressie mogelijk is.
-Doe serieuze inspanningen en houd vol bij tegenslag.
-De inspanningen moeten ergens op gericht zijn / een doel hebben.
-De kans van progressie is het grootst wanneer je je richt op het doen van wat je leuk vindt.

Slide 23 - Slide

12.3.1 Positieve effecten van leerdoelen:



Het stimuleert de intrinsieke motivatie.
Het bevordert het diepgaand leren en de uiteindelijk behaalde resultaten.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

12.3.2 Bewust en doelgericht oefenen. =leerhulpstrategie van ‘deliberate practice’
Progressie krijg je door bewust en doelgericht en herhalend te oefenen met uitdagende taken waarop feedback volgt. Een voortdurende confrontatie met de eigen beperkingen. 

Oefening zorgt voor uitdaging en de reflectie zorgt voor progressie.

Slide 26 - Slide

Principes:
- Het is duidelijk wat er geleerd moet worden.
- De oefen- of trainingstaken sluiten aan op het niveau.
- Oefeningen dienen herhaald te worden.
- Fouten mogen gemaakt worden en moeten gecorrigeerd (kunnen) worden.
- Geef goed feedback.
Leerlingen moeten wel weten hoe deliberate practice werkt en wat de voordelen ervan zijn. Ze moeten kunnen omgaan met een zekere mate van frustratie  (frustratietolerantie /emotieregulatie/impulscontrole)

Slide 27 - Slide

Voorbeeld van communicatie naar de kinderen toe om DP te introduceren. 
‘Je moet goed weten wat je wilt leren? Wat lukt nog niet? Je krijgt feedback van elkaar en van mij. Het gaat om concentratie. En je blijft herhalen en proberen tot je het kunt.’  (Frustratie en verwarring betekenen dat je bezig bent met een nuttige oefenactiviteit.)
Progressiegericht handelen met aandacht voor eigenaarschap, betrokkenheid en het vergroten van de motivatie gaat hand in hand met zelfsturend leren, waarbij een verschuiving is te constateren naar meer focus op het leren in plaats van op prestaties.

Slide 28 - Slide

12.4 B-SMECS = Een kader om te kijken naar kinderen die brede zorg nodig hebben.
B-SMECS is een handig hulpmiddel om te weten hoe het te beïnvloeden gedrag eruitziet. 
Elke hulpvraag is specifiek. Geen enkele leerling of groep is hetzelfde. De groep is ook bepalend en de kennis die jezelf hebt.
Gedrag is altijd een samenspel van omgeving, persoon en de concrete situatie waarin het gedrag zich voordoet.

Slide 29 - Slide

Om planmatig en progressiegericht te kijken naar bewegingsgedrag is de B-SMECS indeling handzaam en bruikbaar.
B: biologische component
Bijvoorbeeld de motorische beperkingen.
 
S: sensorische gewaarwording waarvoor het kind gevoelig is (geluid, aanraking, geur)
Informatie- uitwisseling van ons systeem vindt plaats door middel van de zintuigen. Je kunt dit lichaamssensaties noemen. (lichaamssignalen en lichaamsspanning vallen hier ook onder)

M: merkbare motorische en lichamelijke aspecten van het gedrag. Bijvoorbeeld: bewegingsonrust, trillende handen, wriemelende vingers, pijn in de buik, trage bewegingen of een grote bewegingsuitslag.


Slide 30 - Slide

E: (merkbare) emoties van het kind. Bijvoorbeeld: huilen, angstige gevoelens, blijdschap of woede. Basisemoties: vrees, vreugde, verdriet, verbazing, woede en walging.
C: cognitieve aspecten van het gedrag. Bijvoorbeeld: wat het kind nu denkt; welk beeld het heeft van zichzelf (zelf waargenomen competenties); de gedachten, aannames of normen en waarden van het kind. (Bij C en dus niet bij E horen begrippen zoals: schaamte, minderwaardigheidsgevoel, laag zelfbeeld, weinig zelfcontrole, trots.)

S: sociale aspecten van het gedrag. Bijvoorbeeld: in hoeverre is het gedrag gericht op anderen of juist zichzelf, of hoe anderen erop reageren.

Slide 31 - Slide

Verschillende groepen kinderen met een specifieke hulpvraag:

12.4.1 Kinderen met DCD

12.4.2 Kinderen met ADHD

12.4.3 Kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS)


Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Portfolio-opdracht 2 Leren door te bewegen
In module 3 gaan we bekijken wat de relatie is tussen
motoriek, leren en sociale ontwikkeling.
1. Kies per portfoliogroep één van onderstaande vragen uit.
2. Zoek informatie en verwerk uw bevindingen op maximaal 2 A4.
3. Presenteer aan de overige cursisten tijdens een van de bijeenkomsten het
leerkrachtgedrag dat past bij de gekozen vraagstelling.

Slide 37 - Slide

Portfolio opdracht 1 
Les 1 wordt opgenomen. Zorg voor een compilatie van filmbeelden ongeveer 5
minuten. Deze filmbeelden neem je in bijeenkomst 2 mee. Tijdens de tweede online
bijeenkomst houden we startgesprekken met je portfoliogroep.
Maak een analyse van jouw sterkte/zwakte ten opzichte van het
beroepsprofiel voor leraren lichamelijke opvoeding (bijlage 1G) door het
formulier uit bijlage 1F in te vullen.
Beschrijf vervolgens waar je in jouw ontwikkeling staat ten opzichte van de
zeven competenties. Denk vooral aan het ontwikkelen van ‘maatwerk’ als
lesgever. Formuleer drie leerdoelen waar je aan gaat werken in module 3.
Gebruik hiervoor bijlage 1E.

Slide 38 - Slide