Het bezittelijk voornaamwoord - Herhaling

Bezittelijk voornaamwoord





Oefen LessonUp
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bezittelijk voornaamwoord





Oefen LessonUp

Slide 1 - Slide

Doel:

- Je weet wat mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden zijn en welk lidwoord daarbij past.


- Je weet wat het bezittelijk voornaamwoord is en kunt deze in een zin toepassen.




Slide 2 - Slide

Mannelijke woorden zijn:
A
der
B
die
C
das

Slide 3 - Quiz

Vrouwelijke woorden zijn:
A
der
B
die
C
das

Slide 4 - Quiz

Onzijdige woorden zijn:
A
der
B
die
C
das

Slide 5 - Quiz

Meervoud woorden zijn altijd:
A
der
B
die
C
das

Slide 6 - Quiz

Het bezittelijk voornaamwoord

Bezittelijke voornaamwoorden zijn woorden als mijn, jouw, enz.


De persoon is bijvoorbeeld eigenaar of maker van het genoemde: Mijn fiets, haar tekening, hun huis, enz.


Ze geven dus een bezit aan.


Slide 7 - Slide

Mannelijk (der) en onzijdig (das)

mijn- mein    

jouw- dein  

haar- ihr   

zijn - sein  

zijn- sein   

 ons\onze - unser

jullie-euer       

hun - ihr        

uw - Ihr

Slide 8 - Slide

Vrouwelijk (die) en meervoud (die)

mijn- mein   

jouw- dein e

haar- ihre   

zijn - seine  

zijn- seine   

 ons\onze - unsere

jullie-euere (eure)       

hun - ihre        

uw - Ihre

Slide 9 - Slide

De regel is dus:
Bij der en das woorden:  Ein/Kein/Mein/Dein/Sein

Bij die woorden: Eine/Keine/Meine/Deine/Seine

Die eindigt op een e, dus er komt ook een e achter ein/kein/mein, enz.

Slide 10 - Slide

Even oefenen!


Slide 11 - Slide

Was ist ...............(jouw) Name (m)?
A
sein
B
mein
C
dein
D
Ihr

Slide 12 - Quiz

...............(mijn) Hobby (o) ist Handball.
A
Meine
B
Mein
C
Deine
D
Dein

Slide 13 - Quiz

Das sind..................(onze) Eltern (mv).
A
deine
B
dein
C
unser
D
unsere

Slide 14 - Quiz

............ (jullie) Weinachtsbaum (m) ist sehr schön.
A
unser
B
euere
C
unsere
D
euer

Slide 15 - Quiz

................(onze) Klassenlehrer heißt Meier.
A
Ihr
B
Ihre
C
Unser
D
Unsere

Slide 16 - Quiz

Maaike ist ..............(haar) Freundin.
A
euer
B
ihr
C
ihre
D
euere

Slide 17 - Quiz

.............(uw) Handy (o) klingelt , Frau Schmidt!
A
Dein
B
Ihr
C
Ihre
D
Deine

Slide 18 - Quiz

Das ist ........................ (mijn) Geburtstagsgeschenk (o)
A
meine
B
seine
C
mein
D
sein

Slide 19 - Quiz

Dit was de LessonUp voor vandaag!


Tot volgende week!


Tschüss! 

Slide 20 - Slide